LL-L: "Language politics" LOWLANDS-L, 20.MAR.2001 (03) [D/E]

Lowlands-L sassisch at yahoo.com
Tue Mar 20 23:02:11 UTC 2001


=======================================================================
L O W L A N D S - L * 20.MAR.2001 (03) * ISSN 189-5582 * LCSN 96-4226
Posting Address: <lowlands-l at listserv.linguistlist.org>
Web Site: <http://www.geocities.com/sassisch/rhahn/lowlands/>
User's Manual: <http://www.lsoft.com/manuals/1.8c/userindex.html>
Archive: <http://listserv.linguistlist.org/archives/lowlands-l.html>
=======================================================================
A=Afrikaans, Ap=Appalachean, D=Dutch, E=English, F=Frisian, L=Limburgish
LS=Low Saxon (Low German), S=Scots, Sh=Shetlandic, Z=Zeelandic (Zeeuws)
=======================================================================

From: Roger Thijs [roger.thijs at euro-support.be]
Subject: Policies regarding orthography

The new Veldeke-orthography focusses on respecting the varieties of
Limburgish.
This is contested by AGL.
AGL promotes the creation of a Limburgish koine.

Regards,
Roger

---

Voor wie het nog niet gelezen heeft, het Limburghuis schiet hevig op de
Veldekespelling.
De tekst hieronder is geplukt van
http://www.limburghuis.nl/

Enige hoofdlijnen van de veldekespelling vindt u op:
http://www.veldeke.be/spell1.htm

Het beiste,
Rozjé van Zjef van Pi-er Tais

---

Bierviltjes met spreekwoorden in de nieuwe Veldeke-spelling? Dat worden
waarschijnlijk arabierviltjes!
Wim Kuipers volgde een snelcursus sanskriet maar werd ook niet veel
wijzer van de nieuwe Veldeke-spelling.


Alle blàâier blèûe:
de nieuwe spelling van Veldeke

Maaastricht 14 03 2001 - Hoera: de jubilerende vereniging Veldeke heeft
(weer) een nieuwe spelling. De vereniging bestond eind januari driekwart
eeuw, en dus hadden we op een driedubbeldik jubileumnummer mogen hopen,
maar allei: Kölle en Kirchroa zijn ook niet eventjes na de middag
opgetrokken. Als geschenk was er alleen de al lang aangekondigde nieuwe
spelling.
Daar moet iets over gezegd worden, en laten we met de conclusie
beginnen: de Werkgroep AGL is tevreden maar tevens hevig teleurgesteld,
en moet dus nog krachtiger verder werken.

Eerst de tevredenheid. Die geldt vooral de duidelijkheid. Helaas niet
vanwege de regels die Veldeke opgesteld heeft, maar omdat het nu meer
dan duidelijk is dat Veldeke niet kiest voor het Limburgs, en ook niet
voor een spelling die buitenstaanders - mensen die Limburgs willen leren
of journalisten - kunnen hanteren. Er staat met enige bombarie:
Veldekespelling 2000, alsof die een eeuw mee moet, maar - zoals de
Werkgroep AGL vaker betoogd heeft: dit is geen spelling maar een manier
van noteren van gesproken woord. De redactie van het blad heeft het dan
ook terecht over sjriefwies. Bedoeld voor mensen die anderen willen
laten ZIEN hoe ze precies SPREKEN. Merkwaardig is dat de
streektaalfunctionaris alvast meldt dat de spelling van Veldeke als
enigste door de provincie erkend is. Hoezo? Wanneer is dat gebeurd? Wie
is bevoegd zo'n erkenning te verlenen?

Maar goed: dit is dus geen spelling, omdat er absoluut geen uniformiteit
is. Dat is in de visie van Veldeke ook logisch, want niemand kan iemand
voorschrijven hoe hij/zij een woord uitspreken moet.

Maar wat belangrijker is: geen enkele (eind)redacteur van Veldeke heeft
weet van al die verschillende uitspraken. De nieuwe spelling leidt op
zijn gunstigst tot een ratjetoe, waardoor de kloof tussen de
verschillende Limburgse dialecten weer vergroot wordt. We hebben de
indruk dat het hier meer over spelletjes en spelen gaat, over de vraag:
hoe schrijf ik dit woord zo, dat ik me vooral maar onderscheid van die
lui drie dorpen verder. Voor auteurs uit verschillende dorpen -
negorijen zou je bijna zeggen - in Noord-Limburg zijn de á (van De
Smakt) en de àè bedacht. Ook het eertijds verketterde dakje (^) wordt
ingevoerd: â. Dat is de klank van het Engelse woord car. Duidelijke
voorbeelden ontbreken nog, maar het dakje zou sinds 1999 (wie? waar?
waarom?) ingevoerd zijn "om lange klinkers aan te duiden." Een iê, oê of
uû zijn dus langer dan die klinkers zonder dat ding. Wie zal dat horen?

Hiermee is de spelling ingewikkelder gemaakt dan ze was - en we moeten
dan ook opnieuw opmerken dat al dit gespelspeel zeer nadelig is voor het
aanzien van het Limburgs.

Soorten zeup

Dat willen we verder toelichten. Uit het gepubliceerde overzicht van de
klanken van het Limburgs blijkt - als we het goed begrepen hebben - dat
je de eu-klank op allerlei manieren kunt spellen. Behalve gewoon eu is
mede mogelijk: uë, euë, uè, uj, euj, uw en euw. Zou het hier allemaal om
de klank van het keurig Limburgse woord zeup gaan?

Bij de ae wordt het nog komischer. Veldeke onderscheidt de KLANKEN /ae/
en /àè/, die respectievelijk gespeld kunnen worden als: èë(!), aeë, aej,
èw, aew (de /ae/), en: eë, àèë(?), ej, ew, àèw en ook weer aej. Wat zou
het verschil tussen deze twee aej's zijn? Alles bij mekaar dus 13
verschillende manieren van noteren van een klank die zonder veel
moeilijkeden als ae geschreven kan worden. We missen hier trouwens de
Maastrichtse ei van meidske (wordt die verboden?), en hele volksstammen
zullen in plaatselijke blaadjes en advertenties gewoon ai blijven
schrijven.

Spellen wordt kwellen

Voor ware schrijvers is dit gedoe een kwelling, want ze willen gelezen
worden. Zoals Frits Criens jaren geleden al opmerkte in een column die
binnen Veldeke veel woede verwekte: weinig lezers zullen over de
barrière van zo'n ingewikkelde spelling heen willen om Limburgs te
lezen. Het wordt inderdaad nog moeilijker een literatuur van de grond
(ook letterlijk) te krijgen die zowat overal in het Limburgse taalgebied
makkelijk te lezen is, misschien alleen daarom serieus genomen wordt, en
in elk geval: de moeite waard is. Schrijvers die vooral letten op: HOE
moet ik dit woord schrijven, hebben de voorkeur van Veldeke.

Schrijvers?

Hoor wat Jo Caris, de jongste winnaar van de Veldeke Dialekpries, zondag
4 maart in Roermond meedeelde. Hij is lid van een groep auteurs die in
het Limburgs schrijven, onder de vlag van Veldeke, en die hebben beleefd
gevraagd of ze mee zouden mogen denken over de spelling van Veldeke. Zij
immers moeten die gebruiken. Het antwoord was botweg: nee. Conclusie:
Veldeke probeert gezag en status te kweken met een door deskundigen
opgestelde registratie van plaatselijke tongvallen.

Met een eigen erkende taal heeft dit gedoe weinig of niets te maken. Het
is klankleer, fonetiek, die aan allerlei universiteiten al onderwezen
wordt. Belangrijk is deze discipline nauwelijks meer. Nogmaals: Veldeke
kiest duidelijk voor klanken, niet voor taal. Niet voor de kracht van
het Limburgs, voor idioom, voor de aparte grammatica, voor de
eigenheid - nee: voor de al of niet vermeende verschillen.

Nogal wat schrijvers (niet allemaal natuurlijk) zijn vooral in die
aparte taal geïnteresseerd. Ze willen wat anders dan het klakkeloos
uittikken van gesproken woorden. Maar op dezelfde bijeenkomst in
Roermond kregen ze weer de kous op de kop van het Letterkundig Centrum
Limburg (LCL). Dat LCL kan en mag - zei secretaris J. Graus - niets doen
voor mensen die in het Limburgs schrijven: die moeten aankloppen bij
Veldeke. Met andere woorden: het bekroonde en prachtige verhaal Veer
karakters van Jo Caris hoort politiek niet tot de (Limburgse)
literatuur. Moraal van dit verhaal: als er een hedendaagse Vondel
opstaat, of een Gezelle die in het Limburgs wenst te schrijven, wordt
die verwezen naar Veldeke, waar vooral op zijn eu's gelet wordt. Want
dat het Limburgs wat anders is dan verschillen in uitspraak, dat heeft
Veldeke de Limburgers in driekwart eeuw nauwelijks bij kunnen brengen.

Geen leerstoel - niets

De vraag moet dan ook gesteld worden: wat denkt Veldeke hiermee te
bereiken? In een beschouwing over het Fries (dat er lang niet zo best
voorstaat als het vaderland denkt), getiteld: De winter oer dit Fryslân
(wetenschapsbijlage NCR, zaterdag 3 maart) constateerde de uit Belfeld
afkomstige Amsterdamse hoogleraar letteren Marita Mathijsen: "Toch is
het zonder meer bewonderenswaardig dat het Fries erin geslaagd is zich
tot nu toe op academisch niveau te handhaven. Het Limburgs, ook erkend
als taal, kent geen leerstoel. Geen bijzondere, geen structurele, niets,
zelfs geen mogelijkheid om het als bijvak te studeren."

Zeer juist. En door deze zogenaamde spelling zal dat ook niet makkelijk
gebeuren. Want wie niet kiest voor een verstandige eenheidstaal, krijgt
steeds meer met onzin te maken. Elke straat gaat zich roeren: wij zeggen
dat zo niet.

Blaaier bleue

Dit is een eerste reactie. Veel is nog onduidelijk. De nieuwe
streektaalfunctionaris spelt in het nieuwste nummer van Veldeke, het
tweede dit jaar al, ideeë (omdat het Nederlands dat zo doet,
waarschijnlijk), maar op de bladzij ernaast spelt de voorzitter leje.
Ja: leeë zou misschien wat vreemd zijn, maar waarom dan geen ideje? Laat
die Hollanders met hun moeilijke spelling van de j tussen twee klinkers
maar zitten. Informeer eens hoeveel moeilijkheden vreemdelingen hebben
met woorden als fraaie en mooie. Moeten wij blaaier, raaier schrijven
naar analogie van fraaier? In navolging van het Nederlands raoe (raden)
spellen? Hoewel: dat zal zelfs Veldeke wat al te dol zijn, maar wel
greue en bleue? Want het meervoud van reu is volgens het Groene Boekje
reuen, en je hebt ook nog - om het ingewikkeld te maken: queuën. Dat
lijkt zowat het vreselijkste woord uit dat boekje, maar wie weet wat ons
nog in het Limburgs te wachten staat. In elk geval: wie greue verwerpt,
moet ook ideeë loslaten. Bovendien krijg je de vraag: hoe spreek je
bleue uit? Want het Nederlands kent dat woord ook: een bleue is iemand
die bleu is, verlegen, en dat zul je nu nog als bleuwe uitspreken, al
zal bleuje ook wel te horen zijn.

Erger is het voorschrift: "na -ie op het eind van een woord volgt
organiek een -j: deze wordt weggelaten." Dus: sjötterie - twie
sjötterieje, zoals harmonieën? Helaas: daar durft Veldeke nog geen
uitspraak over te doen. Gevreesd moet worden dat ook hier de Nederlandse
norm verplicht wordt, dus sjötterieë. Deze manier van schrijven -
nogmaals: ze is nog niet onthuld - zou dan haaks staan op het principe
dat de -j verbiedt, namelijk: zo weinig mogelijk tekens. Nou kun je
zeggen dat het niets uitmaakt of je een j schrijft of een trema, maar
het Limburgs heeft al genoeg van die leestekens. Elke trema die te
vermijden is, bevordert de leesbaarheid. Maar ja: de heren die deze
spelling gefabriekt hebben, zullen tevreden zijn wanneer ze zich zo
likkend mogelijk aan kunnen sluiten bij het verafgode Nederlands.

Advies: doek de zaak dan op en ga in het Nederlands folkloreren.

(wk)

==================================END===================================
 You have received this because your account has been subscribed upon
 request. To unsubscribe, please send the command "signoff lowlands-l"
 as message text from the same account to
 <listserv at listserv.linguistlist.org> or sign off at
 <http://linguistlist.org/subscribing/sub-lowlands-l.html>.
=======================================================================
 * Please submit contributions to <lowlands-l at listserv.linguistlist.org>.
 * Contributions will be displayed unedited in digest form.
 * Please display only the relevant parts of quotes in your replies.
 * Commands for automated functions (including "signoff lowlands-l") are
   to be sent to <listserv at listserv.linguistlist.org> or at
   <http://linguistlist.org/subscribing/sub-lowlands-l.html>.
 * Please use only Plain Text format, not Rich Text (HTML) or any other
   type of format, in your submissions
=======================================================================



More information about the LOWLANDS-L mailing list