LL-L "Language contacts" 2004.02.14 (05) [D/E]

Lowlands-L lowlands-l at lowlands-l.net
Sat Feb 14 18:21:50 UTC 2004


======================================================================
L O W L A N D S - L * 14.FEB.2004 (05) * ISSN 189-5582 * LCSN 96-4226
http://www.lowlands-l.net * lowlands-l at lowlands-l.net
Rules & Guidelines: http://www.lowlands-l.net/index.php?page=rules
Posting Address: lowlands-l at listserv.linguistlist.org
Server Manual: http://www.lsoft.com/manuals/1.8c/userindex.html
Archives: http://listserv.linguistlist.org/archives/lowlands-l.html
Encoding: Unicode (UTF-8) [Please switch your view mode to it.]
=======================================================================
You have received this because you have been subscribed upon request.
To unsubscribe, please send the command "signoff lowlands-l" as message
text from the same account to listserv at listserv.linguistlist.org or
sign off at http://linguistlist.org/subscribing/sub-lowlands-l.html.
=======================================================================
A=Afrikaans Ap=Appalachian B=Brabantish D=Dutch E=English F=Frisian
L=Limburgish LS=Lowlands Saxon (Low German) N=Northumbrian
S=Scots Sh=Shetlandic V=(West)Flemish Z=Zeelandic (Zeêuws)
=======================================================================

From: Roger Thijs, Euro-Support, Inc. <roger.thijs at euro-support.be>
Subject: Language interaction

In Ons Erfdeel, vol. 47, nr. 1, February 2004 an article is published (pp
154-156) about the transfer of vocabulary from Dutch and Afrikaans to the
local languages in South Africa.

What I think is a bit stupid is the statement that all influence came from
Dutch before 1925 and from Afrikaans after 1925. This is only based on the
official status of the languages and not on spoken forms.

A scanned version of the article follows fyi.

Regards,

Roger

-- quote
Nederlandse invloed in zwarte Zuid-Afrikaanse talen

"De Nederlanders kwamen per schip (sekepe). Ze leefden in dorpen (toropo) en
bouwden kerken (kereke). Ze harkten hun tuin (hareka). Hun huizen waren van
(bak)steen (setena). Ze hadden huisdieren, zoals katten (katse). Ze aten aan
tafel (tafole) terwijl ze op een stoel (setulo) zaten. Ze hadden paarden
(pere) die ze 's nachts op stal (setala) zetten. Als ze 's morgens opstonden
kamden (kama) ze hun haar. Als ze verkouden waren, snoten ze hun neus in een
zakdoek (sakatuku). Ze introduceerden allerlei praktische zaken, zoals
verrekijkers (ferekekere), spijkers (sepekere), schroeven (sekurufi),
handschoenen (hansekunu), en naalden (nalete)."

De verwantschap tussen het Nederlands en het Afrikaans is genoegzaam bekend.
Wat veel minder bekend is, is dat vanuit het Nederlands nogal wat woorden in
de zwarte Zuid-Afrikaanse talen zijn binnengeslopen. Het gaat hier om talen
die niet alleen worden gesproken in Zuid-Afrika, maar ook in de buurstaten
Botswana en Lesotho.

De woorden die'hierboven ter illustratie zijn geciteerd, zijn afkomstig uit
de Sotho-taalgroep. Het gaat bijna altijd om zelfstandige naamwoorden die
verwijzen naar nieuwe begrippen, geïntroduceerd door de Europeanen. Af en
toe vinden we ook een werkwoord afgeleid uit het Nederlands, maar dan gaat
het eveneens om begrippen geïntroduceerd door de Europese immigranten
(bijvoorbeeld harken, kammen, inenten).

De zwarte Zuid-Afrikaanse talen zijn niet beïnvloed door het Nederlands van
de twintigste of eenentwintigste eeuw, maar wel door het lokale achttiende-
of negentiende-eeuwse Nederlands en later door het Afrikaans, dat in 1925
het Nederlands verving als één van de officiële talen van de Unie van
Zuid-Afrika. Een voorbeeld: "Erwt" is in het Afrikaans "ertjie waarbij de
"ti" wordt uitgesproken als "k". In het Tswaria wordt dit "erekisi".

Een aantal van de leenwoorden van Nederlandstalige oorsprong is in de zwarte
talen een eigen leven gaan leiden. "Zakdoek" in het Zoeloe is "iduku". Dit w
oord heeft evenwel ook de betekenis verkregen van "een stuk textiel" en zo
ook van "vlag". "Luier" is in het Xhosa "laphu", afgeleid van "lap",
tafelkleed is "ilaphu letafile".

De Zuid-Afrikaanse grondwet erkent 11 officiële talen. Naast Engels en
Afrikaans zijn dat negen zwarte talen. De belangrijkste hiervan is het
Zoeloe, dat de moedertaal is van iets meer dan 9 miljoen zwarte
Zuid-Afrikanen. Daarna volgt het Xhosa, de moedertaal van ongeveer 7 miljoen
zwarte Zuid-Afrikanen. Zoeloe en Xhosa zijn onderling sterk verwant.
Aanleunend bij Zoeloe en Xhosa hebben we verder Swazi (1 miljoen), Ndebele
(600.000) en TsJangaan (1,8 miljoen). Samen vormen deze talen de
Nguni-taalgroep.

Daartegenover staat de Sotho-taalgroep die Noord-Sotho (3,7 miljoen),
Zuid-Sotho (3,1 miljoen) en Tswana (3,3 miljoen) omvat. Tswana is ook de
moedertaal van de ongeveer 1 miljoen inwoners van Botswana; Zuid-Sotho is de
officiële taal van het kleine bergkoninkrijkje Lesotho. Het verschil tussen
Nguni- en Sothotaalgroepen kun je zowat vergelijken met dat tussen Romaanse
en Germaanse talen. Naast de Nguni- en Sotho-taalgroep is er nog een kleine
totaal losstaande taal, het Venda.

In historisch perspectief werden de Ngunitalen vooral gesproken in het
oostelijke (Zoeloe) en zuldoostelijke (Xhosa) gedeelte van het land; de
Sotho-talen in het centrale (ZuidSotho), noordoostelijke (Noord-Sotho) en
noordwestelijke (Tswana) gedeelte van het land.

De eerste contacten tussen Europese immigranten (van Nederlandse oorsprong)
en zwarte bevolkingsgroepen vond plaats in het zuidoosten van het land,
tegen het einde van de achttiende eeuw. De Nederlandse invloed op de
Nguni-talen dateert vanuit deze periode (einde achttiende, begin negentiende
eeuw). Het gaat hier om tientallen leenwoorden, die voornamelijk verwijzen
naar alledaagse gebruiksvoorwerpen, die voorheen niet bekend waren in de
zwarte culturen. Enkele voorbeelden: "tafel" is in het Xhosa "itafile", in
het Zoeloe "itafula". In het Zoeloe is het hedendaagse woord voor "kraantje"
"umpompi", afgeleid van "pomp". "Naald" is in het Zoe-
loe "inaliti". We vinden ook leenwoorden voor voorheen onbekende huisdieren,
nieuwe groenten of flora en zelfs sommige gerechten. "Kat" is in Xhosa en
Zoeloe "ikati"; knoflook is in het Xhosa "ikonofili"; spek is in het
Xhosa"isipeke". Ook sommige begrippen uit de samenleving zijn van
Nederlandse oorsprong. Voorbeelden: "dorp" is in het Xhosa "idolophu", in
het Zoeloe "idolopha". "Winkel" is in het Xhosa"ivenkile".

In de loop van de negentiende eeuw is het oostelijk gedeelte van het land in
toenemende mate onder Engelstalige invloed gekomen. Daarom zijn er in de
Nguni-talen nauwelijks jonge leenwoorden van Nederlandstalige oorsprong.

Een deel van de Nederlandstalige bevolking in de ondertussen Brits geworden
Kaapkolome trok vanaf 1835 dieper het binnenland in (de zogenaamde "Grote
Trek"). Een en ander mondde uit in de oprichting van twee Nederlandstalige
republieken, één in het centrum van het land (de Republiek Oranje-Vrijstaat)
en één in het noorden van het land (de negentiendeeeuwse Zuid-Afrikaanse
Republiek, ook bekend als Transvaal). Na afloop van de zogenaamde
Anglo-Boerenoorlog (1899-1902) werden deze Nederlandstalige republieken
verenigd met de Kaapkolonie en Natal (beide Brits) tot de Unie van
Zuid-Afrika. Het grondgebied van de vroegere Republieken Oranje-Vrijstaat en
Transvaal bleef evenwel de regio waarin het Nederlands en later het
Afrikaans domineerde. De zwarte bevolking sprak hier overwegend Sotho-talen.
De invloed van het Nederlands en later het Afrikaans op de Sotho-talen, is
daarom langduriger en intenser geweest dan de Nederlandse invloed op Zoeloe
en Xhosa.

We schatten dat het aantal leenwoorden van Nederlands /Afrikaanse oorsprong
in de diverse Sotho-talen minstens driemaal zo hoog is als in de
Nguni-talen. Hiermee komen we tot ruim honderd woorden in leder van de
Sothotalen. Het is moeilijk een precieze schatting te geven van het totaal
aantal woorden van Nederlandstalige oorsprong omdat in veel gevallen de
Engelse en Nederlandse woorden sterk op elkaar lijken. Is het Tswana-woord
"atrese" afgeleid van het Engels ("address") of van het Nederlands
("adres")? Enkele voorbeelden van Nederlands /Afrikaanse oorsprong:
"handschoen" is in het Tswana "hanasekhune"; in het Zoeloe "igilavu"
(Engels: glove). "Beker" is in het Tswana "lebekere", in het Zoeloe "imagi"
(Engels: mug). "Dagvaarding" is in het Tswana"tagafare", in het
Zoeloe"isamaniso" (Engels: summons). "Fabriek" is in het Tswana "faboriki",
in het Zoeloe "ifektri" (Engels: factory). Dit laatste woord illustreert
meteen dat in de Sotho-talen ook moderne leenwoorden zijn binnengeslopen.

Afrikaans is ook relatief belangrijk in het uitgestrekte, maar dunbevolkte
Namibië. In de zwarte talen van Namibië vinden we op deze wijze ook een
aantal woorden terug van Nederlands /Afrikaanse oorsprong. Omdat deze
taalgroepen de staatsgrenzen overschrijden, vinden we uiteindelijk tot in
Zuid-Angola woorden van Nederlands /Afrikaanse oorsprong terug. De hierna
volgende voorbeelden komen uit het Kwanyama, dat gesproken wordt in
Noord-Namibië en Zuid-Angola. "Plafond/ dak" is in het Kwanyama"odaka".
"Kopje" is "okakopi"; "tapijt" is "emate", "tafel" is "oshitaafula" en
"stad" "odoolopa" (afgeleid van dorp). Al met al gaat het hier maar om een
handjevol woorden, dit in tegenstelling tot de Sotho-talen, waar we het
aantal woorden van Nederlands /Afrikaanse oorsprong schatten op drie tot
vijf procent (geschat op een woordenschat van 5.000 woorden).

Chris Vervliet
-- endquote

================================END===================================
* Please submit postings to lowlands-l at listserv.linguistlist.org.
* Postings will be displayed unedited in digest form.
* Please display only the relevant parts of quotes in your replies.
* Commands for automated functions (including "signoff lowlands-l") are
  to be sent to listserv at listserv.linguistlist.org or at
  http://linguistlist.org/subscribing/sub-lowlands-l.html.
======================================================================



More information about the LOWLANDS-L mailing list