LL-L "Etymology" 2004.07.28 (08) [D/E]

Lowlands-L lowlands-l at lowlands-l.net
Wed Jul 28 22:42:21 UTC 2004


======================================================================
L O W L A N D S - L * 28.JUL.2004 (08) * ISSN 189-5582 * LCSN 96-4226
http://www.lowlands-l.net * lowlands-l at lowlands-l.net
Rules & Guidelines: http://www.lowlands-l.net/index.php?page=rules
Posting: lowlands-l at listserv.linguistlist.org or lowlands-l at lowlands-l.net
Server Manual: http://www.lsoft.com/manuals/1.8c/userindex.html
Archives: http://listserv.linguistlist.org/archives/lowlands-l.html
Encoding: Unicode (UTF-8) [Please switch your view mode to it.]
=======================================================================
You have received this because you have been subscribed upon request.
To unsubscribe, please send the command "signoff lowlands-l" as message
text from the same account to listserv at listserv.linguistlist.org or
sign off at http://linguistlist.org/subscribing/sub-lowlands-l.html.
=======================================================================
A=Afrikaans Ap=Appalachian B=Brabantish D=Dutch E=English F=Frisian
L=Limburgish LS=Lowlands Saxon (Low German) N=Northumbrian
S=Scots Sh=Shetlandic V=(West)Flemish Z=Zeelandic (Zeêuws)
=======================================================================

From: GoodbyColumbus at aol.com <GoodbyColumbus at aol.com>
Subject: LL-L "Etymology" 2004.07.28 (07) [D/E]

In a message dated 7/28/04 3:54:27 PM Central Daylight Time,
lowlands-l at lowlands-l.net writes:



  If I am not mistaken, English "guard," "ward," and "warden" also come from
  the same root as "garden" and "yard."

Yes, but by way of Old French "guarder" (garder), Old North French 'warder',
both of Teutonic origin.

Here's another etymology I found, Old French 'gardin' (F. jardin), of
Teutonic origin as well.

[Brad Conatser]

----------

From: Roger Thijs, Euro-Support, Inc. <roger.thijs at euro-support.be>
Subject: LL-L "Etymology" 2004.07.28 (07) [D/E]

> From: Mathieu van Woerkom <mathieu at brabants.org>
> Subject: LL-L "Etymology"
>
> - Het Limburgse woord 'toen' betekent hetzelfde als het Ned.
'afrastering',
> ... Ik geloof dat in deleb van België het
> woord 'hof' ook nog steeds wordt gebruikt voor 'tuin'.

In my West-Limburgish (Vliermaal) the word is wermessof. I guess wermes
corresponds to "warmoes" (cf. lemma from the WNT below)
In Central Limburgish (Mopertingen) I hear "moestuin".
The "moes" is apparently common.

Regards,
Roger

-- annex: lemma "warmoes" from the WNT CDROM

WARMOES — WARMMOES, WERMOES —, znw. onz., in enkele  wdb. (vanaf CALISCH
[1864] t/m KUIPERS [1901]) onz. (het gewas)  en vr. (het gerecht), mv.
warmoezen. Uit warm (I) en moes.  Mnl. warmoes; mnd. warmôs; mhd. warmuos.
Naast de gegeven  nevenvormen zijn ook incidenteel spellingen aangetroffen
als warremes,  waermoes, wermmoes, wermoos en wermis.
1) Groente, moeskruid; inz. groene groente, bladgroente. Als gewas. ||
SASBOUT [1576]. Waerm-moes ... Olus, olus coctiuum, herba esculenta dicitur
waermmoes, KIL. [1588]. V. DALE [1872 ®].
a) In 't alg. || Wermoes lie, wermoes lie, roepen dees wiven; krieclie,
kerslie comen oock met hoopen, A. BIJNS (?) in Leuv. Bijdr. 4, 354 [voor
1540]. Ghy claddekens fier „ jent int bestier, Diet groen wermoes vercoopen,
Comt al tot hier „ sonder dangier, En wilt v borss ontcnoopen, Antw. Sp. m
iv rº [1561]. Wat dat profiter ware om de nieuwe vischmarct te verbeteren,
soe met aldaer te doen staen die wermoes oft suvel oft hoenderen ende ander
vogelen vercoopen, R.G.P. 75, 777 [1567]. Dat binnen Leyden geen broot en
was, maer alleen gegeten werden asschecouxkens, wortelen, aiuwyen, looc ende
ander wermoos, WOUTER JACOBSZ, Dagb. 433 [1574]. Sy (quam) naer huus ... met
waermoes, die sy up de maerct gecocht hadde, bij CANNAERT, Bijdr. 485
[1604]. Dese vrouwen waren int veldt om warremes ofte groentte te plucken
gegaen, Daghreg. Bat. 1628, 376 [1628]. Zyn Wel Ed. Gestr. gaf hem vryheid
om een Beestje te weiden voor zyn huisgezin, en een stukje lands tot
warmoes, Verh. Holl. Maatsch. Weet. 18, 590 [1778]. Hier zag men een
schuitjen, dat met warmoes van over het meir aankwam, tegen een Enkhuizer
jol stuiten, V. LENNEP, Rom. 5, 7 [1836].
— Warmoes scherven, hakken, groente snijden e.d. || Het quaet iaer bracht my
oyt aen dees teve (t.w. "myn wyf"); Zy doet my den ketel, en den hanghel
schueren, Het wermoes scherven, de pappe rueren, A. BIJNS in Leuv. Bijdr. 4,
320 [voor 1540]. An u moet ghi trecken des huus geheel bestier ...: Ghy en
mueght den pap niet laten bederuen. Den pot moetti heeten, en dwarm moes
scheruen, DE CASTELEIN, Const v. Rhetor. 156 [1548]. Non fortse, ick wil mij
pijnen te spoene, Om dwermoes te schervene opt cort vermaen, Drie Esbat. 37
[1591]. Zy hackte warmoes, 't welck haer man noch daeghs voorheenen In 't
kleene hofken pluckte, VONDEL 11, 569 [1671].
— Warmoes koken, zieden. || Voord zuldi twermoes coecken nae mijn vertellen,
Esbat. v.d. Rode Lelije 131 [1559]. Om te weten hoemen warmoes, erten,
pomeyen schuldich is te sieden, VORSELMAN, Coock Boeck (ed. COCKX-INDESTEGE)
117 [1560]. Koockb. 16 [1599].
b) In 't bijz. als ben. voor bep. soorten groente en veelal  genoemd naast
of tgov. andere groentesoorten, inz. peulvruchten (erwten),  boonen, kool,
wortelen. || Dair hij wilt saeijen wermoes oft coolen, in L. DE MAN, Brab.
Oork. 147 [1537]. Martwijfs, of warmmoes wijfs, die op den mart voorstaen
met alderhande groenicheyt, als rapen, wortels, caroten, cauwels, en
warmmoes, Hist. v. Corn. Adr. 1, 60 b [ed. 1569]. Den voorsz Impost sal
ontfangen worden by den Collecteur ofte Pachter ... twee stuyvers ende een
oortgen ter Maent op elck gemeth Lants dat tegenwoordich besaeyt is met hart
of weeck Koorn, ront of plat Saet, Peen ..., Latou ende Warmoes, Gr.
Placaetb. 1, 1942 [1583]. 1, 1948 [1608]. Van alderley Groen, om te stoven,
Spinagie, Biet, Krop-sala, Endivie ..., Warmoes, Artisocken, Verm.
Landt-Lev. 3, 59 [1670]. Aen Warmoes, rapen en alderley Wortelen en Kool
6-0, Bewys Predik. Huysvr. 3 [1670]. Dat de Markt van Warmoes, Wortelen,
Kool, Groote en andere Boonen ... by continuatie zal worden gehouden aan de
Zuydzyde van de Groote Kerk, Keuren v. Haerlem 2, 340 b [1749]. Ned. Jaerb.
1749, 1042 [1749].
— Als ben. voor de prei (Allium porrum). || Minutal. Een pot pasteye,
ghecapt vleesch, oft gheschærft waermoes, PALUDANUS 29 b [1544]. LAMBRECHT
[1562].
— Als ben. voor een tweetal geslachten uit de fam. der  Chenopodiaceae
(ganzevoetachtigen).
     Beta Tourn.; inz. de gekweekte hoofdvormen Circa L.  (mangelwortel, die
als veevoeder dient) en Rápa Dum. (suiker-, en roode  biet) van de soort
Beta vulgaris L. || HANNOT-V. HOOGSTR. [1704]. BINNART-DE WILDE [1719]. — De
Beete is hier te Lande met den naem Wermmoes genoech bekent, DODON. 1054 b
[ed. post. 1608]. HEUKELS 39 [1907]. Beta .... vulgaris var. Cicla ...
italische beetwortel, mangelwortel, snijbeet, snijbiet, waarmoes, warmoes,
GERTH V. WIJK, Plantnames 171 a [1911].
     Atriplex Tourn.; inz. de soort A. hortensis L.  (Tuinmelde), die
ongeschikt is om als voedsel te dienen. || DE BO [1873]. Atriplex ....
Hortensis L. Cosmopol. ... belle dame, hofmelde, luizenmelde ..., tuinmelde,
waarmoech, warmoes, wermes, GERTH V. WIJK, Plantnames 148 a [1911].
2) Gerecht, gekookt of gestoofd, van veelal fijngehakte groente met
verschillende toevoegsels; groenteschotel; stoofschotel; groentestoverij.
Als  spijs voor den mensch. || Wermoes oft pottagie van groene kruyden,
SASBOUT [1576]. MELLEMA [1618]. BOMHOFF [1857]. V. DALE [1872 ® 1898].
KUIPERS [1901].
a) In 't alg. || Ende op dat hi mi seer lief mocht crigen soe soude ic hem
teten geuen wermoes des noens op sint ians auont ghepluct, Euang. v.d.
Spinr. D iiij rº [c. 1500]. Des sanderendachs (zal men opdienen) 'smiddags
eerst gecruyt warmoes, hammen ofte scoeren, werenvleys, ende elc een pynte
wijns, in E. Volk 11, 90 [c. 1550]. Omdat door dese groente (zeker kruid
tegen scheurbuik), die sowel tot zalaet als warmoes ghebruyckt wierd, ons
volck in seer korten tijd alt'saem op de beenen geraeckten en ververscht
werden, continueerden wij alle dagen dese groente te halen, in VOORB.
CANNENB., Nass. Vloot 79 [1624]. Ontrent 3 ueren voorden avont keerde onse
vaertuijgen weder; brengende verscheijde monsters van Groenten ... eenige
niet ongelijck Zeecker groente die aende Cabo de bona Esperance groeijt ende
bequaem is als warmoes te gebruijcken, TASMAN, Journ. 32 [1642]. Men noemt
in de kookerij ook Moes of groen Moes, ook war-Moes, een gestoof van deze of
geene Moes- of keuken gewassen, CHOMEL 2167 b [1771]. Burgerlieden waren al
wel tevreden met een schotel warmoes, een stuk koud vleesch en eenig fruit,
SCHOTEL, O.-Holl. Huisg. 351 [1868].
— In toep. op groenteschotels van sla, postelein, spinazie. || Die oude
menschen (moeten) scuwen ... coude wermoesen als latue, porceleyne ende dier
ghelijcke, Tregement der ghesontheyt b iv vº [1514]. Hij roert er in (in de
spinazie); hij vindt twee achterpooten Van d' armen kikvorsch, onder 't
warmoes kort gehakt, STARING 4, 125 [c. 1824].
— Ook in toep. op een gerecht van o.a. witte kool, melk en vleesch.  Vgl.
voor een derg. gerecht GROENMOES (Dl. V, 848 e.v.). || Warmoes die goed is,
word gekookt van 2 Mengelen Melk, 11/2 groote witte Kool, 1/2 kop
haverdegort en 1/2 £ Tarwenmeel; 't vlees en worst is na elks verkiezing,
BOEKENOOGEN [1897]. Volgens oude keukenrekeningen behoorden ook warmoes (uit
kool, melk en spek samengesteld), rechte "kermiskost", "koecken van eijeren
en poffenbroodt" enz. ... tot het derde gerecht, SCHOTEL, O.-Holl. Huisg.
325 [ed. 1904].
— Geklonterd warmoes, groenteschotel met stukjes spek en/of  vleesch erin
(?). || Het eerste gherecht ... Daer droncken zy toe goe claer Delfs wijn,
Daer was gheclontert warmoes by, Spierinck en Pos en stock-visch oock,
Bloem-Hof v.d. Ned. Ieught 188 a [ed. 1610].
— In toep. op een moes van populierebladeren, als geneesmiddel. Vgl.  voor
de geneesk. toep. van de bladeren en knoppen van een populier b.v. ook  Mnl.
W. i.v. popelbotte en -knoppe, alsmede  POPULIERZALF (Dl. XII2 , 3476). ||
Rasent hi (de patiënt) oec luttel op, salmen hem saluen die borst met oly
die is ghemaect van fiolen ende hi sal eten warmoes dat van pople ghemaect
is met smoute, in BRAEKMAN, Mnl. Recepten 150 [begin 16de e.].
— Kort, resp. lang warmoes, groenteschotel van fijn  gehakte, resp. in zijn
geheel of grof gesneden gekookte groente (?), dan wel  een derg. gerecht van
een korte dan wel een lange soort groente. Vgl. in dit  verband ook de 3de
aanh., waarin het woord historiseerend wordt gebruikt, de  eerste maal
echter in de verb. koud warmoes (of is dit te lezen als  kort warmoes ?). ||
Op Dinghsdagh des middaeghs tot voor-spijs, kort Warmoes, groen ofte van
Kool, voor het tweede Gericht, gesprenght ofte gesouten Vleesch enz., Gr.
Placaetb. 1, 297 [1631]. Op Vrydagen des middaeghs tot voor-spijs, graeu
Erreweten, Knollen ofte Kool, langh Warmoes zijnde gestooft, voor het tweede
gericht Visch, 1, 298 [1631]. Doorgaans bestond het eerste geregt uit de
potagie, b.v. uit groene of graauwe erwten met boter en ajuin, ... tweebak
of grutten gestoofd, koud warmoes met kool gestoofd, langwarmoes, groene
erwten met boter doorregen of overgoten enz., SCHOTEL, O.-Holl. Huisg. 349
[1868].
— In een woordspeling met de gedachte aan de bet. ‘lijdzaamheid,  geduld’
van patiëntie, dat ook dient als ben. voor een soort zuring  (vgl. Dl. XII1,
786). || Yder man kan een quaed wijf regeeren, behalven die-ze heeft. Wat
raed dan voor een, die een tafel zoo gheschotelt heeft? niet beter, als een
warmoes van patientie, op de maghe, te leggen, DE BRUNE, Bank. 2, 322
[1658].
— In een zinspeling in toep. op de schotel linzen, voor welke Esau zijn
eerstgeboorterecht verkocht aan zijn jongeren broeder Jakob (Gen. 25,
29-34). || Honger is toch een scherp zwaard, en er zijn van ouds voorbeelden
voorhanden, dat sommige lieden ... wel eens al hun geluk en welvaart voor
een potje warmoes verkocht hebben, FOKKE, B.R. 2, 53 [1809].
b) In 't bijz. in toep. op een met water (of melk) tot soep  verdund
gerecht; groentesoep. || Pottagie oft warmoes. Neemt cruyt daertoe dienende,
moescruyt, doeget wat in heet water dan schervet cleyne, daer na vrivet wel
in eenen mortier enz., VORSELMAN, Coock Boeck (ed. COCKX-INDESTEGE) 120
[1560]. Somma om den honger te stoppen van alle gerande groene cruijden, die
men aen die vesten ofte wallen hebben conen crijghen, heeft men waermoes af
gemaeckt, VERWER, Memoriaelb. 103 [1573]. Wy gaven ons volc ... ses mutsgens
water, en koockten een groote ketel warmoes van dat groene kruyt als
tuynkars ..., daer van het volc merckelijcke baet ende verquickinge creghen
teghen het scheurbuyck, O.-I. e. W.-I. Voyag. 9, 165 [1600]. Klaer waerje,
had' jet graen, slegs tot de rysten-bry! Ajuin, en kool en spek, goet kruit
is tot het wer'mis, En wermis kermis-kost; voorseker is het kermis; Jae
kermis in de kroft; men byt 'er in de worst, OUDAAN, Poëzy 2, 137 [1646].
Warmoes, voor de Vasten hoe men die maaken zal. Neemt allerhande
moeskruiden, hoe jonger hoe beeter, en verleest en wascht die wel enz.,
Holl. Keukenm. 132 [1746]. Warmoes die goed is, word gekookt van 2 Mengelen
Melk, 11/2 groote witte Kool, 1/2 kop haverdegort en 1/2 £ Tarwenmeel enz.,
in BOEKENOOGEN [eind 18de e.].
c) In eenige spreekw., fig. uitdr. en zegsw.
— Het zal een vreemde warmoes zijn, het zal een verwarden  toestand geven,
een janboel, een rommeltje worden. || Coempt laet ons gaen den blinden
leyen! Eer dat wy schyen salt noch een vremdt wermes syn: alst regent en die
son schynt moet in die helle kermes syn, Hass. Sp. 33 [2de h. 16de e.].
— Kool is kost en warmoes is eten, zie voor de bet. KOOL  (II) (Dl. VII2,
5349). In de 2de aanh. met de toevoeging dat staat in den  Bijbel
geschreven. || Kool is kost, en warmoes is eten, HARREB. 1, 186 b [1858].
Kool is kost en warmoes is eten, dat staat in de bijbel geschreven,
BOEKENOOGEN 2, Aanh. 1 (ed. 1971) [1930].
— Die op warmoes drinkt, verkrenkt zijn maag. || Die op pottage, of
warm-moes drinct, Verkrenct zijn maegh' meer als hy dinct, DE BRUNE,
Spreeckw. 169 [1636]. HARREB. 2, 44 a [1861].
— In eenige zegsw. waarin sprake is van het voor de eerste maal eten  van
warmoes, ter uitdr. van een zeer jongen leeftijd.
     Van dat hij zijn eerste warmoes at, vanaf heel jongen  leeftijd, nl.
van het moment af dat hij overging van de moedermelk op gewoon  voedsel; van
kindsbeen af. || Van dat hi sijn eerste wermoes adt, SERVILIUS 1, b [1543].
HARREB. 2, 436 b [1861].
     Die hun eerste warmoes eten hebben nog geen gesloten  hersenpan, bij
hen is de fontenel nog niet gesloten, zij zijn dus nog zeer  jong. || Die
haer eerste warmoes noch eten, en hebben de herssen-pan noch niet gesloten,
BURGHOORN, N. Wer. v. Gecken 60 [1641]. HARREB. 3, CXXIII a [1870].
— Gij zult gestooten warmoes eten. || Ghy sult gestoten wermoes eten,
SARTORIUS III, 10, 41 [1561]. DE BRUNE, Spreeckw. 469 [1636]. Gij zult
gestooten warmoes eten. Men zegt dit tot een' hongerig' mensch; omdat de
hongerige alles eet, wat hij krijgen kan, HARREB. 2, 436 b [1861].
— Verhapt u niet in uw warmoes, neem niet meer op je dan je  aankunt, of:
neem er niet te veel van (gezegd als er maar weinig is). Vgl.  verhappen, 2)
(Dl. XIX, 2393). || Verhapt v niet in v warmmoes, SARTORIUS I, 6, 90 [1561].
— In toep. waarin iem. of iets vergeleken wordt met warmoes zonder  spek,
ter uitdr. van armelijkheid, armzaligheid. || De honderste Penningen hebben
de Juffers, die niet ryk waaren, doen aanzien als warmoes zonder spek, en
daarom kregen zy geen naalde op haar compas, DOEDYNS, Merc. 1, 137 [1697].
Dat is warmoes zonder spek. Men zegt in gelijken zin: Het is mager moesje
zonder spek, HARREB. 3, XCII b [1870].
— In een zegsw. met als bet.: van den een slikt men alles en van den  ander
niet het geringste. || Zij zouden den een het warmoes wel uit de tanden
likken, en den ander gunnen ze niet, dat hij het uitwerpt, HARREB. 3,
CLXXVIII a [1870].
— In eenige zegsw. met als bet.: haastige spoed is zelden goed. || Weest
niet alte haestich ende hettich in v waermoes, SARTORIUS I, 1, 33 [1561]. Hy
is dick alte haestich in sijn warmmoes, II, 4, 61 [1561]. Ghy sijt alte
haestich in wermoes, III, 3, 92 [1561].
— Hij likt zijn vingers zoo smakelijk als een boer, die warmoes  eet. ||
HARREB. 1, 71 a [1858].
— Water op je warmoes en met bloote beenen naar bed, als  schertsende
bedreiging voor kinderen. || BOEKENOOGEN 2, Aanh. 1, 515 b (ed. 1971)
[1930].
Afl. — Warmoezenier, -zerij, -zier (zie die woorden).
Samenst. en samenst. afl. Als tweede lid o.a. in:  kervel-, knol-, kool-,
lang-, roerwarmoes.
Als eerste lid in: warmoesbol, gehaktbal bestaande uit gehakte  groente,
vleesch e.d., of bol van een bolgewas of bolvormige groente (ui,  kool e.d.)
(?); vgl. in dezen laatsten zin BOL (I) (Dl. III1, 286). || Frederick de
Voocht van Rijneveld, dolle, Van bontwerckers ende brouwers zijt ghy
gekomen, U over-oude-moeder sat t'Amsterdam, verkocht warmoesbollen, Hoe
zydy nu dus uytgenomen, Dat ghy van de Coenroetsen wout zijn geacht? in V.
VLOTEN, Geschiedz. 1, 192 [1528].
— Warmoeseter, die warmoes eet; in de aanh. (in het mv.) als  scheldnaam
voor de inwoners van Koolkerke (W.-Vl.). || Adieu oock ... RoomEters van
moerbeke, ghy zonder Poer ende WaermoesEters van coolkercke snelle Adieu, DE
DENE, Test. in Jaarb. "De Fonteine" 29, 209 [1560].
— Warmoesgilde, gilde der warmoeziers. || Deecken ende Hooftman van het
Warmoes-gilden binnen Leyden, BORT, Dom. 50 b [c. 1670].
— Warmoesgroen, zekere groentestoofschotel. || De schaffmeester wert
gehouden dagelycx ten behoorlycken uyren ... aen te rechten: ... Op
Dynsdagen des middachs tot voorspijs kort warmoesgroen ofte van kool, R.G.P.
29, 273 * [1631].
— Warmoeshof. 1º. Groentetuin, moestuin. || KIL. [1588]. V. DALE [1872 ®]. —
Hyer bij is oeck ene wermoes hoff vol ghaten ende holen, daer oock veel
heiligen hoer selven in verburghen hadden tempore passionis, in Bijdr.
Gesch. Bisd. Haarlem 11, 91 [1525]. Wy sullen ... beghinnen te beschrijuen
de Houen, en ten alder eersten den Warmoes hof, de welcke afghedeylt ende
gheschickt is gheweest neffens den Cruydt-hof, STEVENS en LIEBAUT, Landtw.
180 [1582]. Dat mijne Heeren van den Gerechte ... interdiceren ende
verbieden ... eenige erven te hoogen in eeniger manieren ...: uyt geseyt 't
hogen van ... Warmoes-hoven, ende 't stellen van Ramen, Handv. v. Amst. 1008
a [1589]. De Netele des Zees, op hare styve lippen End over t'gladde lijf
een schadelijcken brand End heete cole draeght, die op de stoute hand Een
vier'ghe bleyn' ontsteeckt, als in de warm-moes hoven Het cruyd'ken Roer-my-
niet, een vier niet om verdoven In sijn groen bladen voedt, V. BORSSELEN,
Strande 32 [1611]. Warmoes, Ajuyn, Wortelen ..., en alle andere diergelijcke
Vruchten, die men in Warmoes- Hoven gewoon is te teelen, BORT, Dom. 50 b [c.
1670]. Eenen woonhuijse, stallinghe, schuere, met voordere Edificien ende
gronde van Erve dyer met den Warmoeshof, in GOOSSENAERTS [1778].
     2º. Boomgaard (?). Vgl. ook de volg. alinea. || Inden yersten de hoeve
te wetene huysinghe met schuere etc metten wermoes hoff oft bogaert, in
GOOSSENAERTS [1539].
     Hierbij: warmoeshofboomgaard, combinatie van groentetuin en  boomgaard
(?). || Al tgunt, dat licht ... noortwart lancx den wech tot Coppen int
warmoeshofboomgart ende vandaer streckende noortwart uuyt voorby Adriaen van
der Hoogens boomgaert, R.G.P. 54, 640 [1546].
— Warmoesketel. Zie Dl. VII1 , 2506.
— Warmoeskom, kom om warmoes uit te eten. || 4 Mostert potten, 10 warmoes
commentjes, 1 lampet, 2 trechters, 1 waterpot, 2 half pintjes, 17 stuck
silvere lepels ende een beecker enz., Dagreg. S. Jorge da Mina 370 [1645].
— Warmoeskoopster, groenteverkoopster, -vrouw. Alleen in de wdb.
aangetroffen. || HALMA [1778]. KUIPERS [1901].
— Warmoeskop, soepkop. || Wy creghen van haer (zekere inboorlingen) een
Warmoescop, en een Schotel seer grof, met root en groen gheschildert, 't was
Porceleyn, daer zy seer licht afscheydeden, Ontdekkingsr. v. Le Maire en
Schouten 1, 88 [1616]. 16 Groote holle commen, 33 quaert en warmoescoppen, 6
cleyne pimpeltgens enz., Econ.-Hist. Jaarb. 10, 180 [1622].
— Warmoeskruid, (blad)groente. || JUNIUS, Nomencl. 130 a [1567]. HEREMANS
[1869]. — Ende dieghene, die mit warmoescruyt ende diergelijcke groene
wairen ter marct comen, sullen staen in gaerde noortwaerts upgaende,
Rechtsbr. v. Gouda 362 [1521]. Dog alles was buyten des tijts, vermits het
nu somer alhier begonde te werden ..., soodat wij tot onse ververschinge
niet anders dan warmoeskruyden en wat wortelen en artisocken konden krijgen
bij dese tijd des jaers, J.M. V. RIEBEECK, Br. 47 [1676]. Van alle de
Warmoes-Kruiden, die Rechttydig in deeze Maand zyn, is de Zuuring zekerlyk
een van de beste, zynde Bloedzuiverende en verquikkende, Holl. Huyshoudster
89 [c. 1780].
— Warmoesland, (stuk) land, waar groenten, moeskruiden geteeld  worden. ||
HEXHAM [1678]. V. DALE [1872 ®]. — Een stuckgen warmoeslandt, groot omtrent
een hondt, by den hoop zonder maet, gelegen in Leyderdorp, Kenningb. Leiden
1, 47 [1570]. Alle Erven, Boomgaerden, Kruyt-hoven, Speel-hoven,
Warmoes-landen ..., vande welcke eenige Vruchten ofte Inkomsten ghetrocken
worden, Gr. Placaetb. 1, 1528 [1635]. Rontomme becinghelt zijnde, met
ontelbaere Lust-hoven ofte Thuynen ..., schoone hooge Weylanden, groene
Beemden, goede Coorn-landen, Warmoes-landen, ORLERS, Beschr. v. Leyden 3
[1641]. Het (is) ook beter, dat men de akkers der Warmoes-landen in het
voor- als in het na-jaer spit, DE LA COURT V.D. VOORT, Landh. 311 [1737].
Biljet van verhuring van warmoeslanden door gemelden Heer van Schagen,
Bijdr. Gesch. Bisd. Haarlem 4, 397 [1876].
— Warmoesman (-lieden, -luiden). 1º. Persoon die groenten  teelt voor den
verkoop; warmoezier, hovenier, tuinder. In de 5de aanh. mog.  ook in den zin
van: iemand die den tuin van een ander aanlegt en/of  onderhoudt; tuinman,
tuinbaas (vgl. hovenier, 2) (Dl. VI, 1205). || KIL. [1599]. — Item ontf. van
Evert, die wermoesman, van dat hy Jonge Dirck angeseyt heeft, dat hy sijn
loon onthouden hadde, die twiedeel van 2 R. gld., facit 35 sc. 4 d. 8 m.,
R.G.P. 14, 212 [1502]. Ende de ruychte zal men mede wech moeten doen precyes
vóór deselve tijdt ende die zal men mogen brengen in de put achter de Waegh.
Welcke ruychte oock de warmoesluyden in de geheele weeck duer noch sullen mo
eten brengen, eer dat sij van de marct scheijden, bij BIK, Medisch Lev. 511
[1614]. Ick (moet) alhier mede gedencken het Gilde vande Warmoesluyden, het
welcke alhier veel grooter ende meerder is als in eenige gebuyr-steden,
ORLERS, Beschr. v. Leyden 264 [1641]. De Warmoeslieden (Hoveniers)
(opschrift), J. GAILLIARD, Amb. en Ner. Brugge 2, 181 [1854].
     2º. Soms ook: boomkweeker. || Is gheconsenteert tot verzoucke ende
begheerte van alle die wermoesluyden, die eynten ende jonge bomen jairlicx
teelen, ende carreluyden, dat enz., Rechtsbr. v. Gouda 240 [1521].
— Warmoesmand, groentemand. || Een Vlaems spinwieltgen mit een ander
spinwieltgen; 8 warmoesmanden, zoe nyeuwt als out; een visthon; 5 haspelen
enz., R.G.P. 140, 527 [1585].
— Warmoesmarkt, groentemarkt. || PALUDANUS 5 d [1544]. WEIDENBACH [1808]. —
Alhier scheyden haer drie wegen, een na der Chinesen cramen, den tweeden nae
de groen oft Warmoes merckt, ende de derde na de vleesch merckt, O.-I. e.
W.-I. Voyag. 2, 44 c [1598]. C.P. HOOFT, Mem. en Adv. 2, 367 [1605].
— Warmoesnering, groentehandel. || Geen warmoes-neeringe, noch oock eenige
leveringe van eenigerhande warmoes-vruchten ... te doen, Keuren v. Leyden 76
[ed. 1658].
— Warmoespot. 1º. Pot om groente (met evt. toevoegsels) in te  koken of
stoven. || Die man sal alle sijne kleederen nemen, sijn gordel, sijn harnas
..., een spade, sijn warmoespot den besten sonder een, een lepel ende mes,
bij V. AELST, Oudewater 500 [c. 1510]. Een grooten ende cleynen (koperen)
wermoespot, in WEYNS, Volkshuisraad in Vl. 428 [1539].
     (Spreekw.) Kleine warmoespotjes preutelen ook, hoe gering of
onbelangrijk een spotter ook is, zijn spot kan toch groote schade
aanrichten. || Het heeft v gelust met dit Concilie (t.w. dat van Trente) ...
uwen spot te houden, ende de gheheele authoriteyt vant Concilie te
ver-blaesen (want kleyn warm-moes potkens preutelen oock), REINERI, Verantw.
21 [1605].
     In een zei-spreuk. || Elk wat, (sey de Warmoespot) dan heeft niemand te
klagen, Lyste v. Rar. 1, 210 [1706]. HARREB. 2, 196 a [1861].
     2º. Stoofschotel van groente (met evt. toevoegsels);  groentestoverij.
|| Baasje van Schaagen, Doet de Steêgang voor zyn Wyf ...; Wyl zyn Vrouw hem
t'huis verbeid, En de Warmoespot bereid, V. GYZEN, Verm. Buitenlev. 51
[1716].
— Warmoesschotel. || Item dat nyemant wermoesschotelen, souzieren,
soutvaten, maten, trejoren, stroylpotten ofte schelen van steenen, pothens
maecken en sal dan van stoff geheyten graauw teen, in Ambachtsg. 's-Hert. 1,
399 [1503]. In de bottelarie: 3 plateelkens ..., 2 warmoesschotelen, ende
een cleyn keteltgen, R.G.P. 141, 142 [1568].
— Warmoesschuit, boot voor het vervoeren van groente (naar de  markt);
snebschuit. || Voor ider Schutting (zal) betaelt moeten werden als volgt:
Van een vlot, of dubbelde modderschuyt 2 st. ... Een Warmoes of Snebschuyt 1
st., Handv. v. Amst. 319 b [1697].
— Warmoessop, groentesoep. || BINNART [1654]. POMEY [1760]. — Moes, oft
groen vverm-moes-sop, het vvelck bestaet in een menghelingh van tien oft
meer verscheyde cruyden, V. STERBEEK, Toon. d. Campern. ** 3 [1675].
— Warmoestiend, de tiend die op groenten geheven werd. || De Sententie van
den Hove van Hollandt ..., daer by dat de Ingelanden van de Made buyten
Delft gecondemneert zyn ... Warmoesthienden te betaelen, BORT, Dom. 50 a [c.
1670].
— Warmoestuin, groentetuin, moestuin. || SEWEL [1691]. V. DALE [1872 ®]. —
Men (en sal) geen erven buyten deser Stede van St. Antonis poort zuyd-waerts
totte Haerlemmer dijck toe binnen de vryheyt deser stede gelegen mogen
hoogen, uytgeseyt alleen de warmoes ende kruyd-tuynen, omme warmoes ofte
kruyd te gekrijgen, Handv. v. Amst. 1006 b [1553]. Een Warmoestuyn met de
Wooninge daar op staande, Amst. Secret. 42 [ed. 1737]. De warmoestuinen aan
beide zijden van de Steenstraat (te Leiden), FRUIN, Geschr. 2, 403 [1874].
— Warmoestuinder, groenteteler. || Oft nyet oirbaer waere ..., dat 't
Waeterpoortgen over die Lastaige, mitsgaders Jan Roodenpoorte, tot geryeff
van den bleycksters, warmoesthuynders ende anderen, geopent werde, R.G.P.
69, 399 [1578].
— Warmoesverkooper, -ster. || PALUDANUS 34 c [1544]. V.D. ENDE [1695].
KUIPERS [1901].
— Warmoesvrouw, groentevrouw, groenteverkoopster. Vgl.  -wijf. || MARIN
[1701]. WEIDENBACH [1808].
— Warmoesvruchten (mv.), de versch. soorten groenten, moeskruid. || Dat van
nu voortaen geene persoonen ... hen sullen mogen vervorderen eenige
Warmoes-vrugten over den Over-toom van het eene Schip in 't ander te
verbomen, Handv. v. Amst. 350 b [1618]. De Warmoes-vruchten, werden vercocht
aen de Noordt-zijde van den nieuwen Rhijn, beginnende aen de Coornbrugge,
ORLERS, Beschr. v. Leyden 275 [1641]. De Vroetschap der Stad Utrecht
interdiceert, ende verbiet by deesen, by provisie alle en een jegelyk,
woonende buyten de duysent roeden, ... binnen deese Stad te ... verkoopen,
anders als op de weekelykse marktdagen, eenige warmoes- ofte aard-vruchten,
Placaatb. v. Utr. 3, 818 a [1653]. Dat geen warmoes en boom-vrugten
tiendbaer zijn, ten zy imant speciael geregtigt zy, V. ZURCK, Cod. Bat. 715
a [1711]. Die geenen, die met hunne Warmoesvruchten op dezelve Markt zouden
wllen voorstaan, N. Ned. Jaerb. 1780, 750 [1780].
— Warmoeswijf, groentevrouw, -verkoopster. || LAMBRECHT [1546]. WEIDENBACH
[1808]. — Soe gebiedt den heeren van de Gerechte, dat alle die warmoeswijven
... van stonden an alle bladen dat zij van den wortelen ende cool vergaderen
ende ofsnijden, dat zij alle die bladen ende anders van der vuylnisse voir
him nemen ende wechdoen, bij BIK, Medisch Lev. 102 [1527]. Warmoes-wijfs,
die op de marckt voort staen met alderhande groenlijckheydt, Hist. v. Corn.
Adr. 1, 94 [1569]. Sy (de olifanten) hebben voor een manier dat sy dickwils
op die mercten gaen, daermen alle groenicheyt vercoopt ... ende die dan den
Olyphant goetgunstich is, werpt hem wat voor: Onder ander wasser een van
dese vercoopsters, ende Warmoes-wijf, die altoos den Olyphant wat voor wierp
vant geen datse hadde, V. LINSCHOTEN, Itiner. 69 b [1596].

==============================END===================================
* Please submit postings to lowlands-l at listserv.linguistlist.org.
* Postings will be displayed unedited in digest form.
* Please display only the relevant parts of quotes in your replies.
* Commands for automated functions (including "signoff lowlands-l") are
  to be sent to listserv at listserv.linguistlist.org or at
  http://linguistlist.org/subscribing/sub-lowlands-l.html.
=======================================================================



More information about the LOWLANDS-L mailing list