LL-L "Etymology" 2007.03.07 (01) [A/D/E]

Lowlands-L List lowlands.list at gmail.com
Wed Mar 7 17:13:17 UTC 2007


L O W L A N D S - L - 07 March 2007 - Volume 01

=========================================================================

From: "heatherrendall at tiscali.co.uk" <heatherrendall at tiscali.co.uk
Subject: LL-L "Idiomatica" 2007.03.05 (01) [E]

Arthur Jones writes:

"Unfortunately, samey-thingy with our Heather's story about clock/bell.
Sorry, Heather. Would that you were right. "

Perhaps you might like to check in the OED and Partridges Origins and also
Eggers Sprachgeschichte on early loan words from Irish into German.

I don't sit here and make them up!

Heather
----------

From: Maria Elsie Zinsser <ezinsser at icon.co.za>
Subject: LL-L "Etymology" 2007.03.06 (06) [E]

Dag almal,

en natuurlik het die woord 'skotvry', dalk via Hollands, in Afrikaans
oorgespoel. Byvoorbeeld in die volgende sinne:

- Die kwajongens het skotvry uit die skoolhoof se kantoor gestap nadat hy
hulle oor die gevare van vrugtestelery gewaarsku het.

- Toe is die saak van die rol geskrap en die hoenderdief skotvry daar
weg!

-Moenie dink jy is skotvry nie; môre kan jy my help gras sny!

Groete,
Elsie Zinsser

----------

From: Marcel Bas <roepstem at hotmail.com>
Subject: LL-L "Etymology" 2007.03.06 (06) [E]

Hello Reinhard,

You have made an accurate analysis there!

Interesting. This is now amazing:

"According to ATF, the Scots (the inhabitants of Scotland) are the same as
the Scythians; as he explains to us, the argument that confirms this is that
the Scythians bred skot (`cattle' in Russian) [NC 2:252].

 A A Zaliznyak, 'Linguistics according to A. T. Fomenko',
Uspekhi Mat. Nauk 55:2 162-188, 2000"

I do wish mr Fomenko a lot of *Uspekhi*.
It's amazing, how much the Scythians have led to speculations. Although
Marcus Zuerius Boxhorn (1612-1653) was the first to formulate an Indo
European language hypothesis (
http://af.wikipedia.org/wiki/Marcus_Zuerius_van_Boxhorn), he thought that
the Scythians were the people that we now refer to as speakers of
Proto-Indo-European. Whereas they were one of the many, later Indo-Iranian
tribes.

Another semantic parallel is English _cattle_ (livestock) vs. _chattle_
(movable property, etc.)

In Vasmer's Slavic Etymological dictionary скот is explained as is just said
to derive from Germanic, and some examples are given, in the first place
from Old Norse. Tonight I'll look it up in two other Russian etymological
dictionaries.

Best regards,

Marcel.

----------

From: "Roger Thijs, Euro-Support, Inc." <roger.thijs at euro-support.be>
Subject: LL-L "Etymology" 2007.03.06 (06) [E]

Below schat, schot (I) and schatting as in the WNT.
Cf. reference to cattle (vee) and cf. schot
Regards,
Roger

** 1 ** Schat (WNT)

SCHAT, znw. m. Mnl. scat, mnd. schat, ohd. scaz, mhd., hd. schatz, ofri.
sket, osa. skat, ags. sceatt, on. skattr, got. skatts. De oorspr. bet. is
wellicht de voor ofri. sket bewaarde van vee (verg. nog de samenst.
schathuis). De verwanten buiten het Germaansch zijn onbekend, obulg. skotù,
vee, huisdier is aan het Germaansch ontleend.
....
15) Schatting. In dit gebruik verouderd. || Hoe sitt die Heilige ..., die
aller Steden Stadt, ... Verwoest, verweduw-lijkt haer' hateren ter schatt?
HUYGENS 1, 8. ...

** 2 ** Schot (I) WNT

SCHOT (I), znw. vr. Waarschijnlijk verkort uit Schotvaars of een dergelijke
samenstelling.

1) Jonge koe, die eenmaal gekalfd en daarna een jaar overgeloopen heeft. O.
a. in N.-Holl. (BOEKENOOGEN) en op de Veluwe (V. SCHOTHORST), verg. ook V.
DALE. || 2 guiste schotten, in Haarl. Cour. v. 10 Apr. 1856. Negen
melkkoeien, een drooge schot en een wit schimmelpaard, Regtsgel. Bijbl.
1868, 477. Dat drooge schot, 480. De premie (bij zekere
veeverzekeringmaatschappij) ... bedraagt per f 100 ... voor jongvee (vaarzen
en schotten) ... f 1.50, voor kalveren (van 8—15 maanden) ... f 2.50,
Onderz. Landb. 1886, 2, 12.

2) Koe van twee of drie jaar die nog niet gekalfd heeft (DE VRIES, Westfr.
W.; OPPREL).

Samenst. Kalfschot (zie ald.).

** 3 ** Schatting (WNT)

SCHATTING, znw. vr. Mnl. scattinge. Van Schatten met -ing.

1) Belasting. Vroeger het gewone woord in algemeenen zin, in N.-Ndl. thans
alleen als archaïsme of als historische term. || Sonder in alsulcke nyewe
ongepractizeerde ende ongehoorde beede ofte subventie ofte schattinghe te
cunnen consenteren, in Bijdr. Hist. Gen. 25, 93 (aº. 1569). Gelijck oock Duc
dAlve wel te verstaen heeft gegeven deur dese eeuwige settinge ende
schattinge van den hondersten ende van den thienden penninck, bij FREDERICQ,
Pamfl. 135. De voorslaeghen van nieuwe schattingen zijn ook geen teken, dat
men denkt kleene kosten te maeken, HOOFT, Br. 2, 371. Het cahier van den
laestgeheven tweehondertsten penning, by 't welke blijken moghte, hoe hoogh
haer man in die schattinge gestelt zy, 3, 221. Van hier loopen meer als te
veel coopluyden naer Lubeck, Hamburch, Bremen en andere steden, om de
schattingen hier te ontgaen, V. D. GOES, Briefw. 2, 129. Burgers, die
gevangen waren, om dat zy hun Schatting niet opbrachten, Voyag. v. Klenk 51.
Aleer hij ... aldaar zoo wel zijn perzooneele als reële schattingen zal
hebben betaald, in Bijdr. Hist. Gen. 28, 132 (aº. 1771). (Zijn onderdanen)
rekenen hem (den koning) na in zijn handelingen met andere koningen ..., in
de schattingen die hij ons doet opbrengen, GEEL 146. (De keizer) zond aan
den Landvoogd bevelen om de schattingen in te vorderen zonder tusschenkomst
der staten van Brabant, CONSC. 4, 343 a. Mij hindert het niet indien ...
burgers van verschillende gezindheden ... medebeheeren wat Antwerpen's
bevolking jaarlijks aan schatting opbrengt, J. V. RIJSWIJCK Jr. 2, 198.
— In figuurlijk verband. || Het Gebedt ... is een Algemeene Tol, Schattinge
en bepaalde erkentenisse, die elckeen Gode schuldigh is, SPRANKHUISEN 3, 11
b.
— In den zin van: heffing van een belasting. || Wat verschilt doch straffe
van wreetheyt? nadien men in beyde bloedt vergiet. Wat schattinge van
gierigheydt? nadien men in beyde geldt vergaert? CATS 1, 77 b.
— Bij schatting, in den vorm van belasting. || De middelen tot gelt hier,
souden bestaen in tweemael den 200n penningh, eens by schattinge ende eens
by leeninge, V. D. GOES, Briefw. 2, 437.

2) Thans bepaaldelijk een afgedwongen of althans niet geheel rechtmatige
heffing of belasting. Inzonderheid: last door een veroveraar aan een
onderworpen volk opgelegd. || Cambyses op deze wyze Egipten bemagtigt
hebbende, hebben de Lybiers en Cyreners zich uit vreeze vrywilligh
onderworpen, schattingen betaelt, en den Koningh geschenken gebragt, DE
BRUYN, Reizen 2, 247 b. Heft eene schatting, zoo gij een cijns vordert voor
een blik op uwen rijkdom (t. w. op uw buitenplaats), POTGIETER 1, 295. Vaak
is ... deze gewoonte (t. w. van geschenken geven aan het hoofd) eerder te
vergelyken met de hulde van een kind ..., dan optevatten als schatting aan
dwingelandsche willekeur, MULTATULI 1, 49. De Romeinen ... hadden ... te
beschikken over een massa rijkdommen, vooral over geld, dat zij door hun
schattingen overal wisten te verkrijgen, QUACK, Soc. 1, 33.
— In toepassing op een willekeurige heffing of afpersing door krijgsbenden,
brandschatting. || Ons volck en bedreef niet, daer de ghemaynen man zeer af
claegde; het scheen dat sy al eens syns met Dom Jan waeren, ende hadden
gheen compassye op de ghemainte dan groote roevinghe ende groote scattinghe
op te legghen, DE POTTRE, Dagb. 83.
— In figuurlijk verband. || Kunstenaars, die mij leest ...! ieder uwer heeft
weleens aan zijn talent getwijfeld, — het is maar eene der schattingen, alle
genialiteit opgelegd! POTGIETER 1, 102.

3) De handeling van schatten (in de bet. 2); de uitkomst van die handeling;
taxatie. || Bijaldien alle drie de schatters in gevoelen mogten verschillen,
zal de schatting welke voor ieder der grondslagen noch de hoogste noch de
laagste is, als het bedrag worden beschouwd waarvan de belasting ...
verschuldigd is, Wet v. 28 Juni 1822 (Stbl. 15), a. 69. Het gewigt van het
slagtvee bij schatting van het gewigt bepalen, behoudens de bevoegdheid ...,
om dit door weging ... te doen bevestigen, Bijv. Stbl. 1823, blz. 1471.
Mevrouw E. wil het landgoed ... wel koopen; maar zij biedt dertienduizend
franken minder dan het beloop onzer schatting, CONSC. 4, 160 b. Welke
verhoogde koopwaarde de wetgever door de schatting van den gebouwden en
ongebouwden eigendom ... blijvend heeft verklaard, Onderz. Landb. 1886, 4,
18. In Engeland vormt het verrichten van schattingen (t. w. van land) in den
regel een onderdeel van de werkzaamheden der zoogenaamde surveyors, Versl.
Landb. 1909, 3, 31.

— Ook in het toepassing op het stuk waaruit het resultaat blijkt. ||
Ingevalle van schattinge sullen mogen volstaen mids inbrenghende de selve
schattinge, ende als dan deelen als nae rechten, DE GROOT, Inl. II, 28, §
14.

4) De handeling van schatten in de bet. 3), raming. || Het is niet mogelijk,
daaromtrent (t. w. omtrent de boterproductie op de boerderijen) volkomen
juiste cijfers te geven. ... In verband met den melkveestapel, het
melkgebruik enz. ... is echter wel eene schatting te maken, die eenige
waarschijn lijkheid heeft, Versl. Landb. 1904, 1, 26. Men vergenoegde zich
... met eene telling (van het vee) na ommekomst van eenige jaren en wijzigde
deze cijfers in de andere jaren eenigszins naar aanleiding van eene zeer
globale schatting, 1918, 4, 38.
5) Wijze van schatten (in de bet. 4 of 5), waardeering. || Naar de schatting
zijner land- en tijdgenooten heeft ... De Ruyter ... de openbare
vaderlandsche zaak gered, BUSKEN HUET, Rembr. 22, 335.
— In iemands schatting. — 1º. In zijn waardeering. || Wanneer men tot u
spreekt over de welsprekendheid ..., rijst dan dat talent in uwe schatting
niet al hooger en hooger? GEEL 57. Wie zal beslissen, hoeveel de ...
aanvallen der dagbladen ... bijdroegen, om hen in de schatting des volks te
doen dalen, POTGIETER 1, 235. Ik begreep dat ik al vrij veel kans had om,
bij eventueel overlijden van dien heer, denzelven in zijn hoogen rang in de
schatting van mijn neef op te volgen, BEETS, C. O. 23. Ziet men niet in, dat
Holland ... hefboomen genoeg bezit, om zich desnoods in de schatting van
Europa wat hooger te doen stellen dan zelfs België? QUACK, Stud. 208.
2º. Naar zijn waardeering. || De Amsterdammers die in de schatting van dezen
Duitscher ..., te kleingeestig, te burgerlijk zijn, VEEGENS, Hist. Stud. 2,
195. Er zijn geene toevallige rampen in hunne schatting, POTGIETER 6, 184.
Dat ... deze bijzonderheid, in de schatting der eenvoudige Klare, den
laatsten doodsteek gaf aan de persoon van Gerrit Wisse ..., spreekt vanzelf,
BEETS, C. O. 243. Het (zeker feest) wordt in mijne schatting opgeluisterd,
als ik er ú mag ontmoeten, SCHIMMEL, Dram. P. 2, 386. Aan hun uitwendig
voorkomen ontbreekt in zijne schatting de achtbaarheid, BUSKEN HUET, Rembr.
1, 76
Samenst. — Als eerste lid in Schattingscijfer, cijfer waarin de taxatie of
raming is uitgedrukt („Hetzelfde was het geval met de schattingscij- 4, 6 en
2 voor kropaar op de perceelen II enz.", Versl. Landb. 1919, 1, 124); -geld,
belastinggeld, brandschatting („Hondert en tzeeventigh dorpen ..., die zy
(muitende soldaten) strax op schattinggeld stelden", HOOFT, N. H.
454); -penning, belastingpenning („Toont my den schatting-penning", Matth.
22, 19); -swerk („Personen ... door de Regeering met het schattingswerk
belast", Onderz. Landb. 1886, 8, 13).
-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://listserv.linguistlist.org/pipermail/lowlands-l/attachments/20070307/1be0d541/attachment.htm>


More information about the LOWLANDS-L mailing list