LL-L "Etymology" 2008.01.26 (02) [A/D/LS]

Lowlands-L List lowlands.list at GMAIL.COM
Sat Jan 26 17:40:26 UTC 2008


L O W L A N D S - L  -  26 January 2008 - Volume 02
=========================================================================

From: Utz H. Woltmann <uwoltmann at gmx.de>
Subject: LL-L "Etymology" 2008.01.25 (06) [A/E/LS]

Mark Dreyer schreef:


> Kan dit nou die einste woord wees as ons 'Slamaaier?' Betekende 'n
> Moslem van Maleise afkoms hier in Die Kaap gevestig.
>
> Hierdie woord is 'n afkorting van '*Is*lamaaier'. Ek kan kwalik
> aanvaar dat dit enigsens afbrekend opgevat kan word, veral in die
> oerstamtaal van die einste volk. Daar bestaan wel deesdaë 'n
> polieties-korrekte neiging om 'Slamaaier' buite gebruik te stel as
> gevolg van negetiewe opvatting of erger nog as 'n skelwoord, maar in
> sulke gevalle, hoe noem ons dan 'n Slamaaier? Hy is nie meer die
> laaste drie honderd jaar 'n Maleier nie, hy praat nie die taal nie, en
> Afrika is net so onteenseglik sy geboortegrond soos Afrikaans sy
> moedertaal is, en Islam sy geloof!

Besten Dank Elsie en Mark voor 'slamaaier'. Dat lykt op´n
anagram/letterkeer. Miskien is 'slamatje' ook´n anagram?

Hartlike groete
Utz

----------

From: Arend Victorie <victorie.a at home.nl>
Subject: LL-L "Etymology" 2008.01.25 (06) [A/E/LS]

Moi Mark en aandere leeglaanders.

Onderstaond artikke'giet aover 't Slameier-Afrikaans
*Het Slameier-Afrikaansch.*

De naam Slamaier of Slameier is een contaminatie van Slam en Maleier en
geeft dus volkomen zijn inhoud weer. Want de Mohammedaansche Maleiers zijn
hun stam en hun godsdienst trouw gebleven. Zij hebben zich dan ook niet met
de inboorlingen vermengd, maar hun taal hebben zij opgegeven geheel en al.
Men treft ze overal, in de binnenlanden als rondreizende handelaars

[p. 226]

of 'smouse' vooral in vruchten, aan de kust als visschers en deze spreken
allen Afrikaansch. Alleen in de steden spreken er eenigen een heel klein
beetje Engelsch. Veel wonen er o.a. te Worcester, Wellington, Paarl,
Stellenbosch, Somerset West en Kaapstad, waar ze hun eigen tempels en
geestelijken hebben. Een heel merkwaardig boek uit deze kringen kwam
indertijd in handen van Prof. de Goeje die er over geschreven heeft in Den
Nederlandschen Spectator 1881, nr 51, naar aanleiding van Mohammedaansche
Propaganda. Het is een Moslemsch gebedenboek in Arabische letters:

'Na eene opdracht in het Turksch volgt eene voorrede in het Arabisch en
daarna eene vertaling of liever verklaring van het begin dezer voorrede in
eene taal, die ik eerst moeite had te herkennen in het Arabisch schrift,
maar die bij nadere beschouwing bleek Kaapsch Hollandsch te zijn. Uit de
voorrede blijkt, dat het boek in 1869 geschreven is in Capetown en bestemd
om de geloovigen in Zuid-Africa goed in te lichten omtrent hunne
godsdienstplichten. Daarna is het op last van den Turkschen minister van
onderwijs te Constantinopel gedrukt in 1877.' - De Afrikaansche voorrede,
zooals die door Prof. de Goeje is overgeschreven, begint aldus: 'Ik begint
deese kitāb (boek) met Allah taāla (God de Allerhoogste) sijn naam. Allah
taāla is rizk (voedsel) -gever in donja (wereld) ver (voor, aan) alwat
levendig is. Allah taāla is brenger in die djanna (paradijs) in dag āchira
(volgend leven) ver al die messe (menschen) en djin's (geesten), wat op īmān
(geloof) gedoot het (gestorven is). Aldie dank en prijs is reg (recht) ver
Allah taāla alleen.' - De paragraaf waarin de schrijver mededeelt, waarom
hij dit boek geschreven heeft, luidt aldus: - 'In die tijt een groote klom
(klomp) van Moslem messe (menschen) en van mostaslim (tot het geloof
genegen) messe koom bij mijn om te leer dīn (godsdienst) -affaire; en die
ilm'es (wetenschappen) praat van tauhīd (eenheid Gods) en van ibādāt'es
(godsdienstplichten) was gevergaat in Suit-Afrika tussen Moslim messe; en
huile (hunlieden) sijn manierteit (gewoonte) huile vergeet haastig die
lesen; is noodig ik moet skrijve met die taal wat meere duidelik is tussen
huile, laat huile kan weet akām (leer) met gemak op die regte maniere.'

Idiomatisch is het Afrikaansch van den Slameier gewoonlijk zeer correct.
Phonetisch vallen echter eenige eigenaardigheden op te merken. 1o. Klinkt de
j als de Maleische dj; zoo wordt ja: dja, Jan jij jok: Djan djij djok. 2o.
De verkleiningsuitgang -tjie bestaat bij hen niet uit stemloozen palatalen
klapper maar uit een nadrukkelijke, soms verlengde t, gevolgd door -jie:
wordt Miertjie: miert-tjie enz. 3o. De w wordt nu eens ingevoegd waar zij
niet thuishoort, dan weer uitgelaten waar zij behoorde te klinken, gelijk
dat overal met moeilijke klanken gaat, en voor den Maleier is een w
moeilijk, dat zullen wij later bij het Indisch nog zien. Vandaar uie: ijwe,
stuiwer: stijer, enz. 4o. De u i wordt in hun mond gewoonlijk tot ij, b.v.
snuif: snijf, sluitel: slijtel enz. 5o. De e u, die in het zuiver
Afrikaansch reeds minder gerond is als in het Nederlandsch wordt bij hen tot
een zuivere ee: leun: leen, seun: seen enz. 6o. Het veel voorkomende woordje
'oulap' (penny) spreken zij 'ollap' uit. Al deze eigenaardigheden werken nu
natuurlijk ook door in hun omgeving, zoodat men ze ook bijna als
dialectische eigenaardigheden zou kunnen opgeven van de bovengenoemde
steden, waar de Slameiers of Slamse in groote getallen bijeenwonen.
-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://listserv.linguistlist.org/pipermail/lowlands-l/attachments/20080126/ff3246a8/attachment.htm>


More information about the LOWLANDS-L mailing list