LL-L: "Events" LOWLANDS-L, 11.MAY.2000 (03) [D]
Lowlands-L
sassisch at yahoo.com
Thu May 11 14:55:52 UTC 2000
======================================================================
L O W L A N D S - L * 11.MAY.2000 (03) * ISSN 189-5582 * LCSN 96-4226
Posting Address: <lowlands-l at listserv.linguistlist.org>
Web Site: <http://www.geocities.com/sassisch/rhahn/lowlands/>
User's Manual: <http://www.lsoft.com/manuals/1.8c/userindex.html>
Archive: <http://listserv.linguistlist.org/archives/lowlands-l.html>
=======================================================================
A=Afrikaans, Ap=Appalachean, D=Dutch, E=English, F=Frisian, L=Limburgish
LS=Low Saxon (Low German), S=Scots, Sh=Shetlandic
=======================================================================
From: R. F. Hahn [sassisch at yahoo.com]
Subject: Events (fwd)
Het Multiculturele Voordeel:
Meertaligheid als Uitgangspunt
Taalkundig Manifest
Onze samenleving is meertalig. We hebben minderheidstalen als het Fries,
streektalen als het Nedersaksisch, het Limburgs en het Zeeuws, en vele
'autochtone' Nederlanders spreken een dialect of een stadstaal. De laatste
vijftig jaar is er een toestroom van immigranten vanuit landen rond de
Middellandse zee, zoals Spanje en Italië, en later vanuit Turkije en Marokko.
Deze mensen hebben hun eigen talen en culturen meegebracht, net als de
Molukkers, de Chinezen, de Surinamers en de Antillianen, en vele anderen,
waaronder vluchtelingen uit tal van landen. Meertaligheid is daarmee een
eigenschap van onze multiculturele samenleving geworden. Het merendeel van de
inwoners van ons land wordt thuis opgevoed in een andere taal of taalvariëteit
dan het standaard Nederlands. Dat is een gegeven, niet een probleem.
Op dit moment lijkt er in het maatschappelijke debat over de multiculturele
samenleving een tendens te ontstaan in de richting van eentaligheid. Om de
leerproblemen van anderstaligen op te lossen wordt heil gezocht in een
exclusieve benadrukking van het Nederlands als standaardtaal. Vooral waar het
gaat om de schoolsituatie worden er voorstellen gedaan om de meertaligheid van
allochtone leerlingen zoveel mogelijk tegen te gaan. Er wordt zelfs al
gesproken over 'Nederlands op schoot'. Dit is een paradoxale paniekreactie op
een complex probleem.
Het onderwijsbeleid ten aanzien van allochtone leerlingen lijkt een heilloze
weg in te slaan waarin de pluriforme taalsituatie moet worden aangepast aan
een monolinguale schoolsituatie. Men lijkt te denken dat de school of de
"voorschool" de plaats is om multiculturele problemen op te lossen. Dat de
school een afspiegeling is van onze samenleving lijkt men niet of nauwelijks
te beseffen. Het is natuurlijk andersom: als er problemen zijn, moet de school
zich aanpassen aan de veranderde situatie. Het onderwijs zou zich dan ook
moeten beraden op manieren waarop de schoolsituatie kan aansluiten bij de
bestaande multiculturaliteit. Diversiteit zou een uitgangspunt moeten zijn
voor aanpassing van het schoolsysteem met zijn sterk monolinguale habitus. Wij
kunnen wel denken of wensen dat 'buitenlanders' zich moeten aanpassen, de
praktijk wijst uit dat deze patriarchiale opstelling eerder maatschappelijke
problemen veroorzaakt dan oplost.
De essentie van de aanpak van het probleem rond het schoolsucces van
allochtone jongeren zou moeten liggen in het accepteren van meertaligheid als
uitgangspunt en als doelstelling. Onderzoek wijst uit dat kinderen, en zeker
jonge kinderen, in staat zijn om twee of zelfs meer talen tegelijkertijd te
verwerven. In Friesland bestaat er geen beweging die er voor pleit om kinderen
rond twee jaar op een exclusief Nederlandstalige voorschool te plaatsen. Daar
is tweetaligheid een geaccepteerd verschijnsel dat via school bovendien wordt
bevorderd. Ook bij andere groepen zoals de Chinezen en de Molukkers ervaren
wij tweetaligheid niet als een probleem. De onderwijsaanpak van de Molukkers
in de jaren vijftig laat zien dat met het streven naar eentaligheid eerder
problemen worden veroorzaakt dan worden opgelost: bilinguaal en bicultureel
onderwijs was een antwoord op een falende monolinguale en monoculturele
aanpak.
Wat moet er dan concreet veranderen ten opzichte van de huidige aanpak? Als we
de schoolresultaten van allochtone leerlingen willen verbeteren, moeten we de
didactiek aanpassen aan deze groep leerlingen. Niemand zal ontkennen dat veel
van deze leerlingen een te geringe beheersing van het Nederlands hebben en dat
dit een negatief effect heeft op hun perspectieven in onze samenleving. Er zal
dus iets moeten gebeuren met het taalonderwijs. Het is niet reëel om te
verwachten dat de samenleving zich vanzelf zal aanpassen aan dit probleem.
De oplossing ligt enerzijds in het vergroten van het respect voor en de
vaardigheid in de thuistaal van allochtone leerlingen en anderzijds in het
vergroten van de vaardigheid van het Nederlands door speciaal daarvoor
ontwikkelde methoden. De overheid zou meertaligheid moeten uitroepen tot een
belangrijk en wenselijk onderdeel van de samenleving en het beleid richten op
de stimulering van een meertalige samenleving. In andere multiculturele landen
zoals Australië, Canada of Noordrijn-Westfalen, is het overheidsbeleid
expliciet gericht op een ondersteuning van meertaligheid. Dit is niet alleen
een menswaardige benadering, maar ook een benadering die culturele,
maatschappelijke en economische voordelen biedt. Meertaligheid zou gezien
moeten worden als economisch en cultureel kapitaal.
In een modelwijk in Nederland als het Utrechtse Lombok zien we dat een
positieve benadering van multiculturaliteit en meertaligheid leidt tot een
boeiend proces van culturele en maatschappelijke integratie. Ook economisch is
er veel winst te behalen door op een creatieve manier gebruik te maken van de
veeltalige samenleving. De overheid zou het initiatief moeten nemen om het
keuzepakket van talen in het voortgezet onderwijs drastisch uit te breiden als
een teken van respect voor de talen en culturen van een sterk groeiende groep
in onze samenleving. Een verhoging van het prestige van de talen en culturen
van allochtone leerlingen is een belangrijk deel van de oplossing van 'het
taalprobleem'.
Dit alles neemt niet weg dat er op dit moment sprake is van een te geringe
beheersing van het Nederlands bij veel allochtone leerlingen. Daar moet iets
aan gedaan worden. In het onderwijs moet er structurele aandacht zijn voor het
feit dat grote groepen leerlingen niet het standaard-Nederlands als eerste
taal hebben. Er moet allereerst doelgericht onderwijs zijn voor allochtone
leerlingen in de vorm van Nederlands als tweede taal. Dit is een expertise die
specifieke scholing vereist. Op het gebied van de didactiek van het vak
Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs valt nog veel te verbeteren.
Het onderwijs zou daarnaast in brede zin moeten uitgaan van een meertalige
situatie. Het onderwijs in zaakvakken als aardrijkskunde, wiskunde en biologie
zou zo georganiseerd moeten zijn dat het aansluit bij meertalige en
multiculturele klassen, en niet alleen bij leerlingen die een
(standaard-)Nederlandstalige achtergrond hebben. Dit vereist een
interculturele didactiek voor de zaakvakken; leraren zullen moeten worden
bijgeschoold om zich deze nieuwe benadering eigen te maken; de opleiding van
docenten moet worden veranderd; nieuwe leermethoden zullen beter moeten worden
geïmplementeerd of nog moeten worden ontwikkeld; de toetsing zal moeten worden
aangepast. Al deze elementen vragen om een nationaal werkprogramma van de
overheid.
Dat er iets moet gebeuren is wel duidelijk geworden uit de brede
maatschappelijke discussie die op dit moment plaatsvindt; dat het niet
eenvoudig is om een oplossing te vinden is evident; maar laten we vooral
proberen om deze complexe problematiek op een zorgvuldige en doordachte manier
aan te pakken. De taalwetenschap heeft de afgelopen decennia veel aandacht
besteed aan meertaligheid en aan het leren en onderwijzen van Nederlands als
tweede taal en van allochtone talen. De resultaten van deze studies geven
aanleiding tot de hierboven besproken stellingname.
Wij vinden dat de resultaten van taalkundig onderzoek een veel grotere rol
moeten spelen in het publieke debat over de multiculturele samenleving. Om
deze visie verder toe te lichten en te confronteren met andere opvattingen
over de taalproblematiek van allochtone leerlingen hebben onderstaande
personen, tevens samenstellers van dit manifest, in samenwerking met de
Landelijke Onderzoekschool Taalwetenschap LOT op 23 juni 2000 van 14:00 -
17:00 uur een debat georganiseerd over dit thema in het Trippenhuis, het
hoofdgebouw van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen aan de
Kloverniersburgwal 29 in Amsterdam.
***
Opstellers van dit manifest:
* Hans Bennis, directeur Meertens Instituut, Amsterdam;
* Guus Extra, hoogleraar Taal en Minderheden, directeur van Babylon, Centrum
voor Studies van Meertaligheid in de Multiculturele Samenleving, KUB Tilburg;
* Pieter Muysken, hoogleraar Talen en Culturen van Latijns Amerika,
Universiteit Leiden en winnaar van de Spinozaprijs 1999;
* Jacomine Nortier, Universiteit Utrecht; coördinator van het
NWO-onderzoekprogramma Talen en Culturen in het Utrechtse Lombok en
Transvaal.
Voorlopige lijst van ondertekenaars van dit manifest:
Jeroen Aarssen, Babylon, KUB Tilburg
Abder El Aissati, Babylon, KUB Tilburg
Sylvia Bacchini, Expertisecentrum NT2, PABO Haarlem
Marianne Boogaard, PABO Haarlem, Utrechts Instituut voor Linguïstiek OTS,
Universiteit Utrecht
Leonie Cornips, Meertens Instituut, Amsterdam
Margreet Dorleijn, Leerstoelgroep Turks, Universiteit van Amsterdam
Nadia Eversteijn, Babylon, KUB Tilburg
Ton Goeman, Meertens Instituut, Amsterdam
Durk Gorter, hoogleraar Fries, UvA / Fryske Akademy, Leeuwarden
Dorian de Haan, Ontwikkelingspsychologie, Universiteit Utrecht
Frans Hinskens, hoogleraar Neerlandistiek, Institut für Germanistik,
Universität Leipzig
Jan Hulstijn, hoogleraar/leerstoelgroep Tweede-taalverwerving, Universiteit
van Amsterdam
Willy Jongenburger, Meertens Instituut, Amsterdam
Peter Jordens, hoogleraar Toegepaste Taalwetenschap / Nederlands als Tweede
Taal, Vrije Universiteit Amsterdam
Anne Kerkhoff, Centrum voor Innovatie van Opleidingen, Den Bosch
Tom Koole, Utrechts Instituut voor Linguïstiek OTS, Universiteit Utrecht
Folkert Kuiken, Leerstoelgroep Tweede Taalverwerving, Universiteit van
Amsterdam
Siel van der Ree, Vreemde- & Tweede Taal Onderwijs, SSALTO, Voorburg
Reinier Salverda, hoogleraar Dutch Language and Literature, University College
London
Ton Vallen, hoogleraar Meertaligheid en Onderwijs, Babylon, KUB Tilburg
Marianne Verhallen, hoofd Expertisecentrum NT2, PABO Haarlem
Anne Vermeer, Babylon, KUB Tilburg
Sylvia Vink, lid staatsexamencommissie NT2, ICLON, Universiteit Leiden
==================================END===================================
You have received this because your account has been subscribed upon
request. To unsubscribe, please send the command "signoff lowlands-l"
as message text from the same account to
<listserv at listserv.linguistlist.org> or sign off at
<http://linguistlist.org/subscribing/sub-lowlands-l.html>.
=======================================================================
* Please submit contributions to <lowlands-l at listserv.linguistlist.org>.
* Contributions will be displayed unedited in digest form.
* Please display only the relevant parts of quotes in your replies.
* Commands for automated functions (including "signoff lowlands-l") are
to be sent to <listserv at listserv.linguistlist.org> or at
<http://linguistlist.org/subscribing/sub-lowlands-l.html>.
* Please use only Plain Text format, not Rich Text (HTML) or any other
type of format, in your submissions
=======================================================================
More information about the LOWLANDS-L
mailing list