LL-L "Resources" 2011.11.28 (03) [EN-NL]

Lowlands-L lowlands.list at GMAIL.COM
Tue Nov 29 06:14:10 UTC 2011


=====================================================
 L O W L A N D S - L - 25 November 2011 - Volume 03
lowlands.list at gmail.com - http://lowlands-l.net/
Posting: lowlands-l at listserv.linguistlist.org
Archive: http://listserv.linguistlist.org/archives/lowlands-l.html
Encoding: Unicode (UTF-08)
Language Codes: lowlands-l.net/codes.php
=====================================================


From: Roger Thijs, Euro-Support, Inc. roger.thijs at euro-support.be
Subject: LL-L Resources

A new Dialect Atlas of the Dutch language area (in Europe) is reviewed in
"De Standard" today.
Strange to me is the swap between komen/gekomen in the last paragraph

Regards,

Roger

quoted from:
http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=ML3ITH19

Tot ziens, salu, ajuus, houdoe en dag hoor!

Dialectatlas toont evolutie van streektalen
dinsdag 29 november 2011, 03u00

Auteur: Berthold van Maris

UTRECHT - De ‘Dialectatlas van het Nederlands' brengt streektalen
overzichtelijk in kaart en toont aan dat dialecten blijven evolueren.

Van onze medewerker

Dialectonderzoekers doen niets liever dan kaartjes tekenen. Waar in het
Nederlandse taalgebied spreken ze met de zachte g en waar met de harde?
Waar zeggen ze ‘spijkerbroek' en waar ‘jeans'?

Veel van die kaartjes zijn voor de leek moeilijk te lezen, omdat er soms
wel twintig verschillende varianten op staan aangegeven met ieder zijn
eigen symbooltje. Daarom is het goed dat er nu een boek is waarin honderd
vijftig van die kaartjes zo bewerkt zijn dat ook het grote publiek ervan
kan genieten.

Mooie, overzichtelijke kaartjes zijn het geworden. Ieder kaartje is
voorzien van een uitgebreide toelichting. Allerlei bekende dialectkwesties
komen voorbij. Waar zegt men ‘Toon wast zich', waar ‘Toon wast z'n eigen'
en waar is het ‘Toon wast hem'?

Op het kaartje over hoe men ‘groter dan' zegt in de dialecten van het
Nederlands, zie je in één oogopslag dat het in bijna alle dialecten ‘groter
als' is. Alleen in het westen van Vlaanderen zegt men liever iets anders,
namelijk ‘groter of'.

Ook minder bekende maar daarom niet minder intrigerende zaken worden in
beeld gebracht. Het lidwoord ‘een' heeft in sommige delen van het
taalgebied een mannelijke, een vrouwelijke én een onzijdige vorm
(bijvoorbeeld: ne man, ‘n vrouw, e kind). En in sommige dialecten zeggen ze
niet ‘Wie denk je dat ik in de stad heb gezien?' maar ‘Wie denk je wie ik
in de stad heb gezien?'.

Elk kaartje is anders. De grenzen tussen de verschillende varianten van een
klank, een woord of een zinsconstructie vallen bijna nooit samen met de
grenzen tussen veronderstelde dialectgroepen zoals ‘het Limburgs' of ‘het
Gronings'. Aan een goede, wetenschappelijk onderbouwde indeling in
dialectgroepen wordt trouwens al meer dan een eeuw gewerkt, met telkens
andere resultaten. Nu eens werden er in het Nederlandse taalgebied zes
dialectgroepen onderscheiden, dan weer achtentwintig of acht. Vroeger zag
men het liefst de vroege geschiedenis van Nederland door die kaartjes heen
schemeren: de huidige dialectverschillen zouden teruggaan op
taalverschillen tussen de Franken, de Saksen en de Friezen.

Streektalen

Tegenwoordig spreekt men graag over ‘streektalen', die beschermd dienen te
worden, zoals ‘het Limburgs' en ‘het Nedersaksisch' (de dialecten van Oost-
en Noord-Nederland). Maar wie al die kaartjes bekijkt en naast elkaar legt,
ziet dat er geen duidelijk omlijnde streektalen zijn. Met als enige
uitzondering, misschien, het Fries.

Bij de meeste kaartjes valt wel een interessant verhaal te vertellen. Er is
bijvoorbeeld één groot aaneengesloten gebied waarin men ‘sinaasappel' zegt.
Daaromheen liggen kleinere gebieden, die niet met elkaar verbonden zijn,
waar men ‘appelsien' zegt. De dialectoloog concludeert uit dat geografische
patroon dat ‘appelsien' de oudste vorm is, die langzaam door de nieuwere
vorm (‘sinaasappel') wordt verdrongen.

Dat dialecten steeds weer veranderen en dat soms ook in tegengestelde
richtingen doen, is mooi te zien op een kaartje over de varianten ‘ik ben
gekomen' en ‘ik ben komen'. *In Noord-Nederland zei men in de veertiende
eeuw op veel plaatsen ‘ick ben ghecomen' en is het nu overal ‘ik ben
komen'. Onder de rivieren is het precies andersom: daar zei men zes eeuwen
geleden ‘ick ben comen' en is het nu overal ‘ik ben gekomen'.*

Nicoline van der Sijs (red.),

‘Dialectatlas van het Nederlands', Prometheus, 368 blz., 39,95 euro.

 =========================================================
Send posting submissions to lowlands-l at listserv.linguistlist.org.
Please display only the relevant parts of quotes in your replies.
Send commands (including "signoff lowlands-l") to
listserv at listserv.linguistlist.org or lowlands.list at gmail.com
http://linguistlist.org/subscribing/sub-lowlands-l.html.
http://www.facebook.com/?ref=logo#!/group.php?gid=118916521473498
==========================================================
-------------- next part --------------
An HTML attachment was scrubbed...
URL: <http://listserv.linguistlist.org/pipermail/lowlands-l/attachments/20111128/6b568f35/attachment.htm>


More information about the LOWLANDS-L mailing list