LL-L "Traditions" 2006.04.17 (05) [D]

Lowlands-L lowlands-l at lowlands-l.net
Mon Apr 17 22:42:58 UTC 2006


======================================================================
L O W L A N D S - L * ISSN 189-5582 * LCSN 96-4226
http://www.lowlands-l.net * lowlands-l at lowlands-l.net
Rules & Guidelines: http://www.lowlands-l.net/index.php?page=rules
Posting: lowlands-l at listserv.linguistlist.org or lowlands-l at lowlands-l.net
Commands ("signoff lowlands-l" etc.): listserv at listserv.net
Server Manual: http://www.lsoft.com/manuals/1.8c/userindex.html
Archives: http://listserv.linguistlist.org/archives/lowlands-l.html
Encoding: Unicode (UTF-8) [Please switch your view mode to it.]
=======================================================================
You have received this because you have been subscribed upon request.
To unsubscribe, please send the command "signoff lowlands-l" as message
text from the same account to listserv at listserv.linguistlist.org or
sign off at http://linguistlist.org/subscribing/sub-lowlands-l.html.
=======================================================================
A=Afrikaans Ap=Appalachian B=Brabantish D=Dutch E=English F=Frisian
L=Limburgish LS=Lowlands Saxon (Low German) N=Northumbrian
S=Scots Sh=Shetlandic V=(West) Flemish Z=Zeelandic (Zeeuws)
=======================================================================

   L O W L A N D S - L * 17 April 2006 * Volume 05
=======================================================================

From: Marcel Bas <marcelbas at gmail.com>
Subject: LL-L "Traditions" 2006.04.17 (03) [D/E]


Beste Laaglanders,

Zoals aangekondigd heb ik hier wat interessante dingen bijeengesprokkeld 
over paasvuren.

Ik hoop dat er Laaglanders zijn die sommige elementen van wat ik hieronder 
allemaal schrijf, kunnen bevestigen. Als verstedelijkte westerling heb ik 
vrijwel niets van deze volksrituelen meegekregen, dus de meeste informatie 
hieromtrent heb ik uit boeken uit de eerste helft van de vorige eeuw. Daarom 
vraag ik me af of onderstaande bijkomstigheden nog in gebruik zijn bij 
Paasvuren, en of Paasvuren inderdaad méér zijn dan slechts een brandende 
hoop takken en een verzameling passief toekijkende mensen (dit is mijn 
ongefundeerde indruk). Ik denk dan aan teertonnen of janusfiguren op 
paasbomen in het midden van de takkenbossen, een zonnerad, paasliedjes, 
onderlinge op diefstal gelijkende paasvuurwedijver, vuurhoutrituelen, enz.

Ik heb vier bronnen:
1. Nederlandse Volkskunde I door dr. Jos. Schrijnen (dertiger jaren)
2. Ons eigen Volk in het Feestelijk Jaar door D.J. van der Ven (dertiger 
jaren)
3. Nederlandsche Volksgebruiken door H.C.A. Grolman (twintiger jaren)
4. Noordeuropese Mysteriën en hun Sporen tot Heden door F.E. Farwerck

Vooral in het Oosten van Nederland, van Noord tot Zuid,  vind je nog 
paasvuren. In Zeeland zijn ze waarschijnlijk nooit opgetekend. Het meest 
komen ze voor in Twente en Drenthe. Ook in Limburg vind je ze. Op Goede 
Vrijdag en Eerste en tweede Paasdag steekt men paasvuren aan. Die bestaan 
uit een enorme stapel takken, die wel eens 'het bos' genoemd worden. Soms 
staan er bordjes bij met 'Verboden dit bos te betreden' erop geschreven, om 
kwajongens weg te houden. Verschillende buurtschappen en sibben wedijveren 
onderling met elkaar om wie de grootste stapel heeft. Maar vaak gaat de 
wedijver verder totdat er sprake is van sabotage: de ene gemeenschap 
probeert de stapel van de ander veel te vroeg (overdag) aan te steken, tot 
woede van de officiële aansteker (Dwingeloo, en De Worp bij Deventer). Je 
hebt dan ook vuurwachten die uit oplettende burgers bestaan, die 's nachts 
een oogje in het zeil houden. Dit stelen schijnt in Valkenburg eufemistisch 
"klauwen" genoemd te worden. Hieraan zie je dat dit stelen geoorloofd is, 
omdat het geworteld is in de gemeenschapsgebruiken.
De uitzonderlijke vorm van Paashout- en meiboomstelen brengt geluk aan de 
clan, en het geeft aanleiding tot vechtpartijen, die ook al weer hun rituele 
verankering vinden in oud-Germaanse cultushandelingen (doet me denken aan 
veediefstal door männerbünde).

Vaak wordt er allerlei andere rommel meeverbrand, zodat huishoudens hun de 
oude winterse rommel kunnen kwijtraken. De dorpsjeugd verzamelt dan ook 
werkelijk alles om mee te laten branden.

Te Rekken (Overijssel) klinkt daarbij de stereotiepe vraag: "He'j nog wat 
ôover voor 't männeken, dat al joar 't hoes afbrant?"

In Gramsbergen (Overijssel) zingt de jeugd al op een der eerste avonden in 
de Vasten op hun ommegang:

"Wie könt de karre niet schoeve!
Wie könt de karre niet schoeve!",

waarmee ze te kennen geeft dat er zo veel brandbaars in de trekkar zit, dat 
hij zich moeilijk laat meetrekken.

In Huissen (Gelderland) zouden de gilden ook vechten om  vuur, en ook in 
Sleen (Drenthe) vind je de symbolische strijd om het paasvuur, waar jongens 
dan proberen het vuur uit te trappen, totdat ze uiteindelijk de strijd tegen 
de oplaaiende vlammen moeten opgeven.

Tijdens de inzameldagen loopt de spanning op, en het stelen en vechten kan 
wel eens een uitlaatklep zijn van die spanning. Opwindende liedjes die 
tijdens het inzamelen gezongen worden in Drenthe zijn:

"He'j ok aole huven,
Of aole wannen,
Die we Paosken brannen.
He'j ok 'n bossien stroo of riet?
Anders hewwe Paoskenmaondag niet."

In Borger noemen ze de zaterdag voor Pasen "Oude Wannendag", terwijl in 
Holten en omgeving deze dag bekend staat als "Buske Buske Bie", de inzet van 
het ook in Bathmen bekende Paaslied, dat tevens uitdrukking geeft aan de 
samenbindende kracht van dit lentegebruik voor de gemeenschap:

"Buske buske bie,
Kom er vanaovend bie,
Ie'j zult 't zo good hebben asse wie,
Geeft wat, haalt wat,
Geeft dee arreme jongens wat,
Poasen kump mar èns in 't joar,
Boer of vrouwe he-j oew busken kloar?"

Heel interessant vind ik de teerton. Dit wordt gebruikt in de Achterhoek en 
in Drenthe. Het is de kern van elk paasvuur, want 'stapels' zonder teerton 
zijn onaf. Een teerton staat op een paal of 'boaken', die midden in een 
stapel staat. Dit heeft nog duidelijk heidense achtergronden, want deze 
teerton rust meestal op een oud wagenrad, geschoven rond de top van een 
'boaken'. Door dit rad te draaien veroorzaakt het wrijving bij de spil en zo 
ontvlamt het moedervuur - 'noodvuur'. Hier komen we nader tot de symboliek 
van het zonnerad en de Meiboom. In Dwingeloo (Drenthe) heet de middenpaal, 
die omhangen is met oude manden, bijenkorven en een teerton in de top 
draagt, de 'Meiboom' en de Lutte bij Oldenzaal (Overijssel) kende vroeger 
een boom, die zeer zinrijk de 'Zunnetelg' heette. hierheen trok men uit 
wijde omtrek om er takjes van te plukken, die dan op paasvuren werden 
verbrand. Van der Ven denkt dat in deze combinatie van zon en vuur een 
oud-Germaanse symboliek zit, die je ook in de Eddda kunt lezen: "het vuur is 
het beste voor de op aarde levenden als der zonne aangezicht".

Er zijn twee soorten lentevuren: het ene wordt ontstoken als vreugdevuur 
vanwege (of - teleologischer - met als doel?) de terugkeer  van de zon, en 
het andere is een reinigings- en vruchtbaarheidsvuur. Indirect heb je dan te 
maken met een vuur dat boze geesten (die de gewassen en het vee 
terroriseren) wegjaagt. Dit kan achter de Duitse naam 'Hagelfeuer' zitten.

Van der Ven en Schrijnen zeggen dat het hierboven genoemde woord 'noodvuur' 
samenhangt met het in Zweden en Noorwegen verbreide 'gnid-' of 'rideld', dat 
we terugvingen in het Oud-Saksische 'nodfiur', waarin 'nôd' verwant is met 
het Oud-Hoogduitse werkwoord 'nûan', stukwrijven. Het noodvuur is dus een 
door wrijving ontstaan vuur en ook dit wijst op de hoge symbolische 
betekenis ervan.

Vooral het Vaticaan vond dit 'noodvuur' een heel kwalijk volksgebruik, en op 
instigatie van Bonifatius werd het verboden. Later merkte de kerk dat je dit 
soort gebruiken niet kunt uitroeien, en probeerde ze er een 
christelijk-geïnspireerd gebruik van te maken. Men kon zelfs priesters 
aantreffen die zelf de noodvuren aanstaken en een gebed voor goede 
gewassengroei erbij uitspraken!

Verder worden er bij teertonnen in Wehl (Limburg) tweekoppige poppen op de 
paal gezet. Verder eet men er 'mennekes' of 'Stevensmannen'; poppen van koek 
wier neerhangende én opgestoken armen het aflopen van het oude en het 
beginnen van het nieuwe jaar symboliseren.

In Ootmarsum kennen we natuurlijk allemaal het 'vlöggelen' van de 
'Poaskerels': een optocht van zes geboren en getogen jongemannen die, hand 
in hand,  eeuwenoude paasliederen zingen. In Denekamp heb je een optreden 
van een Judas, gespeeld door een jongen, en zijn helper is Krioter, uit 
Kariot, wat afgeleid is van het woord Iskariot (Judas Iskariot). Dit 
Judassepel vind je ook in Gmünd (Niederösterreich) en in Luzern 
(Zwitserland).

Er is nog veel meer te vertellen over de gebruiken rond de paasvuren in de 
Lage Landen en ik kan nog meer liedjes laten zien, maar dit geeft hopelijk 
al een goed beeld van Pasen in dorpsgemeenschappen.

Wat ik graag wil weten is of vele van deze gebruiken nog in zwang zijn - in 
Duitsland en/of in Nederland - en of het inderdaad meer om het lijf heeft 
dan slechts hout in brand steken. Is dat nog zo?

Met vriendelijke groet,

Marcel.

http://roepstem.net 

==============================END===================================
* Please submit postings to lowlands-l at listserv.linguistlist.org.
* Postings will be displayed unedited in digest form.
* Please display only the relevant parts of quotes in your replies.
* Commands for automated functions (including "signoff lowlands-l") are
  to be sent to listserv at listserv.linguistlist.org or at
  http://linguistlist.org/subscribing/sub-lowlands-l.html.
======================================================================



More information about the LOWLANDS-L mailing list